Werkneemster in het kader van tweede spoor gedetacheerd naar UWV. Werkneemster verzoekt wedertewerkstelling in oorspronkelijke functie. Werkneemster heeft UWV-besluit en adviezen van bedrijfsarts en arbeidsdeskundige niet betwist. Daarom wordt aangenomen dat terugkeer naar bedongen arbeid niet mogelijk is en spoor 2-re-integratie passend is. Afwijzing verzoek.

Werkneemster handelt verwijtbaar, onder meer door oneigenlijk druk te zetten in zakelijke discussie en anonieme berichten naar derden te sturen over conflict met werkgever. Ontbinding arbeidsovereenkomst (e-grond) met toekenning transitievergoeding.

Ontbinding arbeidsovereenkomst van een senior jurist bij de Raad voor Rechtsbijstand. Geen reëel verbetertraject geboden, geen ontbinding wegens disfunctioneren. Wel ontbinding arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Billijke vergoeding toegekend.

Afwikkeling dienstverband. Arbeidsongeschiktheid. Aanspraak op een bonus of betreft het een gratificatie? Discretionaire bevoegdheid? Berekening bonus. Voorverlenging? Is een te lage transitievergoeding ontvangen? Vergoeding niet genoten vakantie-uren of zijn deze vervallen?

Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven omdat dit niet onverwijld is gegeven. Werknemer berust in het ontslag op staande voet en maakt aanspraak op vergoedingen.

Werkgever berust alsnog in het oordeel van de kantonrechter tot verwijdering van een aantekening in het personeelsdossier van werknemer. Werknemer stemt niet in met het verzoek tot doorhaling van het hoger beroep. Werknemer heeft geen belang bij hoger beroep.

Voorval tussen werknemer en gast zwembad. Geen grond voor aantekening in het personeelsdossier van werkgever. Geen goed werkgeverschap. Aantekening dient uit het dossier verwijderd te worden.

Erven van werknemer hebben recht op beëindigingsvergoeding van € 129.963. Beroep op dwaling slaagt doordat werkgeefster werknemer bij het aangaan van de beëindigingsovereenkomst niet in kennis heeft gesteld van de reorganisatieplannen en bijbehorende beëindigingsregeling. Dit was geen uitsluitend toekomstige omstandigheid.

Werknemer heeft recht op een beëindigingsvergoeding van € 104.571. Beroep op dwaling slaagt doordat werkgeefster werknemer bij het aangaan van de beëindigingsovereenkomst niet in kennis heeft gesteld van de reorganisatieplannen en bijbehorende beëindigingsregeling. Dit was geen uitsluitend toekomstige omstandigheid.

Werknemer heeft recht op een beëindigingsvergoeding van € 102.621,40. Beroep op dwaling slaagt doordat werkgeefster werknemer bij het aangaan van de beëindigingsovereenkomst niet in kennis heeft gesteld van de reorganisatieplannen en bijbehorende beëindigingsregeling. Dit was geen uitsluitend toekomstige omstandigheid.