Onduidelijkheid over welke bedragen zijn betaald aan werknemer en wat betaald had moeten worden. Verkeerde interpretatie door werkgever. Werkgever moet werknemer achterstallig loon betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente.

Geen toewijzing op d-grond omdat gespreksverslagen positief kritisch en stimulerend zijn. Ontbinding op grond van verstoorde arbeidsverhouding met toekenning van een billijke vergoeding van € 25.000, nu de beëindiging in overwegende mate aan werkgeefster is te wijten.

Disfunctioneren is niet vast komen te staan, maar de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de g-grond. Werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door de foute mededeling dat werknemer de omzetdoelstellingen niet had gehaald. Billijke vergoeding wordt vastgesteld op € 12.000.

Geen sprake van beëindigingsovereenkomst. Brief van werkgever, die het einde van de arbeidsovereenkomst bevestigt, bevat niet tevens een wilsuiting van werknemer. Niet voldaan aan schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:670b BW.

Verzoek werknemer wordt niet gedragen door aantasting van een opzegging van de arbeidsovereenkomst en ontbeert een grondslag. Loonvordering dient met een dagvaarding te worden ingesteld. Spoorwissel ex artikel 69 Rv.

Toewijzing voorlopige voorziening tot doorbetaling van loon. ‘Beëindigingsbrief’ kwalificeert niet als beëindigingsovereenkomst (niet voldaan aan schriftelijkheidsvereiste) en evenmin als opzegging (de tekst van de brief biedt daar geen aanknoping voor). Arbeidsovereenkomst duurt onverminderd voort.

Handel in hekwerken B.V./werknemer

Concurrentiebeding voor de duur van 1 jaar en geografisch bereik van 30 km benadeelt (jonge) medewerker onbillijk: schorsing concurrentiebeding.