Rechtspraak
Het Witte Paard/werknemer
Werknemer is sinds 1 december 2007 in dienst van Het Witte Paard. Op 24 augustus 2010 is aan werknemer kenbaar gemaakt dat hij per 1 september 2010 zou worden overgeplaatst naar het Trivium in de functie van Restaurantchef. Op 6 september is werknemer op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief wordt hem in essentie verweten dat hij zonder toestemming en in strijd met de huisregels na afloop van de werkzaamheden (op 31 augustus) een borrel heeft toegelaten waarbij – op kosten van Het Witte Paard – (veel) drank is genuttigd en waarbij vele A4'tjes en viltjes zijn opgehangen en weggelegd verspreid door het pand met daarop onacceptabele – door de eigenaren als kwetsend, beledigend en bedreigend ervaren – teksten ('RIP' en getekende doodshoofdjes). Thans verzoekt Het Witte Paard voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel werknemer onderkent dat hij zich in de nacht van 31 augustus op 1 september 2010 niet heeft gedragen als van een onberispelijk werknemer mag worden verwacht, acht hij een ontbinding op de primaire grondslag een te zware sanctie. De erkende gedragingen, bezien in onderling verband en tegen de achtergrond van de in deze overigens vaststaande feiten en omstandigheden, kunnen echter niet tot een ander oordeel leiden dan dat sprake is van een dringende reden om de arbeidsovereenkomst tussen partijen onmiddellijk te beëindigen, voor zover die overeenkomst niet al is beëindigd door het ontslag op staande voet van 6 september 2010. Dat de gedragingen van andere collega's die nacht niet met een ontslag op staande voet zijn gesanctioneerd, doet aan dit oordeel niet af, nu – nog daargelaten dat enkel deze zaak ter beoordeling voorligt – reeds de functie van werknemer en de omstandigheden waarin hij verkeerde een afwijkende beslissing rechtvaardigen. De voorbeeldfunctie die werknemer binnen Het Witte Paard had, brengt voorts met zich, dat voor zover werknemer al niet zelf actief zou hebben deelgenomen aan de verspreiding van de beschreven bierviltjes en A4'tjes door het restaurant van het hotel, hij daarvoor ten minste medeverantwoordelijk kan worden gehouden. Bovendien stond die verspreiding niet op zich, maar was deze een uitvloeisel van het beschrijven van die viltjes en A4'tjes, waartoe werknemer het startsein heeft gegeven. Volgt ontbinding wegens een dringende reden.