Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Farm Dairy Holding BV
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15 maart 2011
ECLI:NL:GHARN:2011:BP9066

werkneemster/Farm Dairy Holding BV

Werknemer niet geslaagd in bewijs van causaal verband tussen seksuele intimidatie en schade. Werkgever is zijn zorgplicht voldoende nagekomen door een klachtenprocedure seksuele intimidatie op te stellen

Werkneemster is van april 2000 tot januari 2004 in dienst van Farm Dairy werkzaam geweest. Tijdens haar dienstverband heeft zij meermalen (in)direct melding gemaakt van seksuele intimidatie. Na de eerste melding heeft Farm Dairy een klachtenregeling opgesteld. Bij het tweede voorval heeft de melding bij de klachtencommissie geleid tot een berisping van de collega van werkneemster. Nadat in de OR klachten waren aangevoerd over het kleedgedrag van werkneemster, is uniforme bedrijfskleding ingevoerd. In verband met een reorganisatie is de functie van werkneemster komen te vervallen. Werkneemster heeft zich vervolgens (oktober 2003) ziek gemeld en sindsdien geen werkzaamheden meer verricht. Thans stelt zij Farm Dairy aansprakelijk voor schade door geen dan wel onvoldoende maatregelen te treffen tegen de collegae die zich schuldig maakten aan seksuele intimidatie (art. 7:658 en 7:611 BW). De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. De vordering van werkneemster vindt haar grondslag in de stelling dat zij psychische en lichamelijke klachten ondervindt die gerelateerd zijn aan de seksuele intimidatie bij Farm Dairy. Naar het oordeel van het hof heeft zij echter geenszins aannemelijk gemaakt dat haar lichamelijke en psychische klachten en de daaruit voortvloeiende schade het gevolg zijn van de beweerde seksuele intimidatie. Voor zover in de medische rapportage al melding wordt gemaakt van seksuele intimidatie jegens werkneemster, is deze uitsluitend gebaseerd op de persoonlijke anamnese, terwijl voor het vereiste causaal verband tussen de gestelde seksuele intimidatie en de gezondheidsklachten overige – objectieve – aanwijzingen ontbreken. Het hof merkt voorts op dat van de door werkneemster ter zake van haar vordering aangehaalde gevallen van seksuele intimidatie alleen de kwestie met collega 6 vaststaat. Farm Dairy heeft naar 's hofs oordeel voldoende adequaat gereageerd toen zij hiervan kennis kreeg. Farm Dairy heeft collega 6 immers op zijn gedrag aangesproken en hem een officiële berisping gegeven. Bovendien heeft Farm Diary de klachtenregeling seksuele intimidatie opgesteld, waarmee zij in voldoende mate heeft voldaan aan de op haar als werkgever rustende zorgplicht voor haar werknemers op het gebied van het tegengaan van seksuele intimidatie op de werkplek. Dat het in werking treden van deze regeling mogelijk niet van stonde af aan bij alle werknemers bekend was, doet hieraan onvoldoende af. Het enkele feit dat vóór medio april 2003 nog geen klachtenregeling seksuele intimidatie bij Farm Dairy gold, maakt niet dat zij als werkgeefster in haar zorgplicht te kort is geschoten.

Volgt bekrachtiging vonnis van de kantonrechter.