Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Bidon Fritom BV
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22 maart 2011
ECLI:NL:GHARN:2011:BP8529

werknemer/Bidon Fritom BV

Wijziging van standplaats vrachtauto na 22 jaar van woonplaats werknemer naar werklocatie gelegen op 60 minuten reistijd per dag, is niet in strijd met artikel 7:611 BW wegens aangeboden compensatieregeling van een jaar. Ook instructierecht artikel 7:660 BW moet getoetst worden aan de eisen van artikel 7:611 BW. Stoof/Mammoet-criteria

Werknemer is in dienst getreden van de rechtsvoorgang(st)er van Bidon, in de functie van chauffeur. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing. In de arbeidsovereenkomst van 27 september 2004 tussen werknemer en Müller Melkweg B.V. (rechtsvoorgangster van Bidon) is opgenomen dat de standplaats Vriezenveen is. In de praktijk stalde werknemer de vrachtwagen altijd bij zijn woning. Deze situatie deed zich 22 jaar ongewijzigd voor. Bij brief van 26 november 2008 heeft Bidon werknemer bericht dat met ingang van 1 februari de standplaats zal wijzigen van werknemers woonplaats naar plaatsnaam X. De reden hiervoor is enerzijds van rooster- en kostentechnische aard en anderzijds omdat de grootste opdrachtgever Friesland Foods heeft gevraagd om maatregelen te treffen met betrekking tot voedselveiligheid. Het is niet meer gewenst dat de voertuigen onbeheerd gestald staan. Conform de toepasselijke cao wordt werknemer vanaf 1 februari 2009 voor de duur van een jaar gecompenseerd in de extra reistijd (60 minuten per dag) en reiskilometers. Naar het oordeel van de kantonrechter is de wijziging van de standplaats een wijziging van een voorschrift (art. 7:660 BW) en is Bidon op grond van het haar toekomende gezagsrecht bevoegd die wijziging eenzijdig in te voeren.

Het hof oordeelt als volgt. Het antwoord op de vraag of de wijziging van de standplaats van de vrachtwagen een wijziging van een arbeidsvoorwaarde of een voorschrift zoals bedoeld in artikel 7:660 BW is, kan in het midden blijven. Tussen partijen is niet in geschil dat in de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, noch in de cao met betrekking tot de standplaats een eenzijdig wijzigingsbeding (art. 7:613 BW) is opgenomen. Dit betekent dat in beide situaties (zowel uitgaande van een wijziging van een arbeidsvoorwaarde als uitgaande van een wijziging van een voorschrift) toetsing aan artikel 7:611 BW dient plaats te vinden. Naar het oordeel van het hof heeft Bidon als goed werkgever in de zin van artikel 7:611 BW aanleiding kunnen vinden tot het wijzigen van de standplaats van de vrachtwagen met een overgangsregeling van één jaar.

Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.