Rechtspraak
eisers/gedaagden
In de onderhavige zaak staat de vraag centraal of sprake is van onrechtmatige concurrentie door ex-werknemers dan wel profiteren van wanpresatie door de nieuwe werkgever. De context van het geschil wordt gevormd door de windturbinebranche, een naar zijn aard gespecialiseerd marktsegment. Gelet op de afmetingen en het gewicht stelt de bouw van windturbines en windmolens specifieke eisen aan transport, oprichting en installatie (tezamen de zogenoemde supplychain). Er zijn bedrijven die zich richten op een enkel onderdeel uit de supplychain, alsmede bedrijven die verschillende onderdelen tot hun werkzaamheden rekenen. Tot augustus 2009 hebben eisers en gedaagden in verschillende projecten samengewerkt, waarbij de werkzaamheden van eisers met name op craning (kraan- en montagewerkzaamheden) waren gericht en gedaagden het transport voor hun rekening namen. REpower geeft opdrachten tot de bouw van windturbineparken in Frankrijk. Zij heeft 17 locaties gepland. Voor het project Valorem hebben eiseres sub 2 en gedaagde sub 1 beide aan de onderhandelingen deelgenomen. Tot de feitelijke beƫindiging van hun dienstverband bij eisers (1 september 2009) hebben werknemer 1 en werknemer 2 zich ingezet voor het verwerven van de opdracht door eisers. Medio oktober 2009 is de opdracht voor de kraanwerkzaamheden niet aan eisers gegund, maar aan gedaagde sub 1. De stelling van eisers is dat gedaagden in de concrete omstandigheden van het geval onrechtmatig hebben gehandeld jegens eisers door zich naast transport te gaan toeleggen op 'craning' met gebruikmaking van (de expertise van) de ex-werknemers van eisers en daardoor de nagenoeg aan haar vergunde opdracht in Valorem (Frankrijk) in de wacht te slepen. Voorts hebben de ex-werknemers met gedaagden stelselmatig duurzame relaties van eisers benaderd en daarbij gebruik gemaakt van kennis en gegevens die zij bij eisers vertrouwelijk hebben gekregen.
De rechtbank oordeelt als volgt. Vooropgesteld wordt dat het enkele feit dat gedaagden zich naast transport zijn gaan bezighouden met 'craning', niet als onrechtmatig heeft te gelden jegens eisers. Uitgangspunt is immers de vrijheid van handel en bedrijf. Dit kan onder omstandigheden anders zijn als gedaagden welbewust en actief erop hebben aangestuurd om met behulp van de kennis en ervaring van ex-werknemers van wie zij wisten dat volgens eisers twee van hen nog aan een concurrentiebeding waren gebonden, zich sneller een marktpositie te verwerven dan zou zijn gerealiseerd zonder hen. Criterium is dat van onrechtmatigheid pas sprake is, indien de aangesproken partij (in casu gedaagden) weet of behoort te weten dat zijn wederpartij (ex-werknemers) door het sluiten van de desbetreffende overeenkomst, kort gezegd, wanprestatie pleegt jegens een derde (in casu eisers), en bovendien sprake is van bijkomende omstandigheden. Daarvan is in casu geen sprake.
Het beroep van eisers op het criterium zoals de Hoge Raad in het Boogaard/Vesta-arrest heeft geformuleerd, te weten het stelselmatig duurzame relaties van de voormalige werkgever benaderen, laat zich in de verhouding tussen de ex-werkgever en een derde partij niet zonder meer toepassen. Daarbij komt dat, als een bedrijf ten behoeve van de kraan- en montagewerkzaamheden een geschikte kraan wil huren, het is aangewezen op een paar ondernemingen in Nederland, zodat men al snel bij dezelfde onderneming uitkomt. Dan hoeft het benaderen op zich niet onrechtmatig te zijn, maar kan de wijze waarop en onder welke voorwaarden de overeenkomsten worden gesloten meebrengen dat in de concrete omstandigheden van het geval onrechtmatig jegens de concurrent wordt gehandeld. Anders gezegd, er dient sprake te zijn van bijkomende omstandigheden. Voor de opdrachtgevers van eisers geldt in wezen hetzelfde. De branche is zo klein dat alle 'spelers' elkaar kennen en elkaar bij verschillende gelegenheden ontmoeten. De werkzaamheden in de supplychain vergen een nauwkeurige afstemming, zodat ook hier overleg tussen opdrachtgever en de verschillende opdrachtnemers aan de orde is. De door REpower georganiseerde TCI-meetings zijn daarvan een voorbeeld. Het enkel in contact treden met opdrachtgevers/leveranciers van eisers, is zonder bijkomende omstandigheden die niet zijn gesteld en waarvan niet is gebleken, niet als onrechtmatig te kwalificeren. Volgt afwijzing van de vorderingen.