Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 3 mei 2011
ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ3895
Meeberg Container Service BV/Dandel
Dandel (42 jaar) is sinds 15 oktober 2001 in dienst bij MCS, laatstelijk in de functie van Technical Sales Manager/bedrijfsleider tegen een brutomaandloon van € 6.695. Tanktrader is een zusteronderneming van MCS. De heer J.J. van de Meeberg is eigenaar van MCS en Tanktrader. Vanaf 1 april 2001 drijft Dandel een eigen eenmanszaak genaamd 'Danteco Industries' (hierna te noemen: 'Danteco'). Danteco is op hetzelfde adres als MCS gevestigd. In 2005 en 2008 vinden er tussen de heer Van de Meeberg en Dandel gesprekken plaats over een overname door Danteco van MCS en Tanktrader. Deze onderhandelingen leiden – uiteindelijk – niet tot overeenstemming. Op 25 oktober 2010 is Dandel ontslag op staande voet aangezegd door MCS wegens het opzetten en exploiteren van een concurrerend bedrijf tijdens dienstbetrekking, hetgeen een zeer ernstig tekortschieten in de nakoming van de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst betekent. Volgens MCS waren de activiteiten van Dandels onderneming dusdanig gewijzigd, dat hij anders dan eerst het geval was volle concurrentie aan MCS aandeed. Dandel heeft de vernietigbaarheid ingeroepen van het hem gegeven ontslag, zich beschikbaar gehouden voor werk en aanspraak gemaakt op loondoorbetaling. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen (AR 2011-395). Thans verzoekt MCS voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair wegens een dringende reden en subsidiair wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu MSC voor de primaire grondslag van het onderhavige verzoek alleen verwijst naar de eerder aan het gegeven ontslag ten grondslag gelegde omstandigheden, behoeft de primaire grondslag van het verzoek geen afzonderlijke bespreking meer omdat de kantonrechter in de parallelprocedure heeft geoordeeld dat dit ontslag geen stand houdt. Nu beide partijen stellen over en weer geen vertrouwen meer in elkaar te hebben, kan dit tot geen andere conclusie leiden, dan dat de arbeidsrelatie tussen MSC en werknemer door deze vertrouwensbreuk onherstelbaar verstoord is geraakt. Volgt ontbinding met een vergoeding van € 65.000 bruto. De vergoeding is pas opeisbaar indien onomstotelijk vaststaat dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.