Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 6 september 2011
ECLI:NL:GHARN:2011:BT2005
werknemer/EM-TÉ Franchise BV c.s.
De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of de arbeidsovereenkomst van werknemer op 25 februari 2007 is geëindigd. EM-TÉ c.s. stellen zich op het standpunt dat hij de supermarkt overnam en deze als franchisenemer is gaan leiden. Zij leggen derhalve een verband tussen enerzijds het eindigen van de arbeidsovereenkomst en anderzijds de overname van de supermarkt door werknemer en het sluiten van de franchiseovereenkomst. Daarbij gaan EM-TÉ c.s. ervan uit dat bij overname van de supermarkt en het sluiten van de franchiseovereenkomst de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd.
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan EM-TÉ c.s. stellen, hebben partijen geen overeenstemming bereikt over de overname van de supermarkt. Werknemer had op essentiële onderdelen nog geen overeenstemming met (de rechtsvoorganger van) EM-TÉ. Bijgevolg kan niet worden aangenomen dat werknemer heeft ingestemd met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. EM-TÉ alsook de rechtsvoorgangers (ex artikel 7:663 BW) zijn gehouden het loon aan werknemer te betalen.