Naar boven ↑

Rechtspraak

Oranjedak BV/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 29 november 2011
ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6554

Oranjedak BV/werknemer

Overgang van technisch adviseurs Daktechniek naar Oranjedak is overgang van onderneming. Arbeidsintensieve sector waarin vrijwel alle arbeid is overgegaan. Verlies organisatorisch verband maar behoud van functionele band, leidt tot behoud identiteit op grond van Klarenberg-arrest. Concurrentiebeding blijft geldig

Werknemer (41 jaar) is sinds 2001 werkzaam bij X Daktechniek BV. Per 1 mei 2006 heeft werknemer de functie van technisch adviseur gekregen. Daktechniek en werknemer hebben daartoe op 12 mei 2006 een nieuwe arbeidsovereenkomst (voor onbepaalde tijd) gesloten. In deze schriftelijk aangegane arbeidsovereenkomst staat een concurrentiebeding en een boetebeding. Op 16 januari 2007 zijn de zogenoemde UTA-medewerkers (technisch adviseurs) van Daktechniek BV samen met Y BV opgegaan in Oranjedak. De dakdekkers zijn ondergebracht in een andere vennootschap. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst met Oranjedak tegen 1 oktober 2008 opgezegd. Per laatstgenoemde datum is hij als bedrijfsleider in dienst getreden bij Q Milieu- en Veiligheidstechniek BV. Oranjedak heeft werknemer aan het concurrentiebeding gehouden. De kantonrechter heeft overwogen dat tussen partijen geen concurrentiebeding geldt omdat het concurrentiebeding tussen Daktechniek en werknemer niet van rechtswege is overgegaan op Oranjedak daar er geen sprake is van overgang van onderneming als bedoeld in artikel 7:662 BW en Oranjedak en werknemer niet opnieuw schriftelijk een concurrentiebeding zijn overeengekomen.

Het hof oordeelt als volgt. De eerste vraag waarvoor het hof zich gesteld ziet, is of de UTA-medewerkers van Daktechniek moeten worden aangemerkt als economische eenheid. Het hof beantwoordt deze vraag bevestigend. Werknemer heeft weliswaar betoogd dat de UTA-medewerkers bestonden uit een heterogene groep van verkopers, technici, uitvoerders, enzovoort, maar dat neemt naar het oordeel van het hof niet weg dat zij tezamen een georganiseerd geheel van werknemers vormden die speciaal en duurzaam waren belast met een gemeenschappelijke taak, namelijk het verrichten van commerciƫle, financiƫle, technische en administratieve werkzaamheden ten behoeve van het dakbedekkingsonderdeel van Daktechniek. Nu arbeid de belangrijkste productiefactor was binnen het UTA-onderdeel van Daktechniek, moet een dergelijk georganiseerd geheel van werknemers ook als economische eenheid worden aangemerkt (zie o.a. HvJ EG 13 september 2007, nr. C-458/05 (Jouini e.a.), r.o. 23, 31 en 32 en de daar aangehaalde jurisprudentie). Er is tevens voldaan aan het element 'overeenkomst' nu uit de feitelijke gang van zaken blijkt dat Daktechniek en Oranjedak overeenstemming hebben bereikt over de overgang van de UTA-medewerkers naar Oranjedak. Voor de vraag of een economische eenheid na de overgang haar identiteit heeft behouden moet namelijk ook worden beoordeeld of haar economische activiteit is voortgezet (vgl. Klarenberg/Ferrotron-arrest). Tussen partijen staat niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist vast dat alle UTA-medewerkers van Daktechniek zijn overgenomen door Oranjedak en dat hun werkzaamheden voor en na de overdracht dezelfde zijn gebleven. De UTA-activiteiten van Daktechniek zijn dus in feite voortgezet door Oranjedak. Dat betekent naar het oordeel van het hof dat de UTA-medewerkers als economische eenheid na de overgang hun identiteit hebben behouden. Dat de UTA-medewerkers van Daktechniek door de samenvoeging na de overgang niet als afzonderlijke organisatorische eenheden zijn blijven bestaan, doet hier niet aan af. Bijgevolg is het concurrentiebeding van kracht gebleven. Volgt aanhouding van de zaak.