Verhagen Horeca Techniek BV/werknemer

Werknemer is op 1 juli 2004 als servicemonteur in dienst getreden van Verhagen, een bedrijf dat zich bezighoudt met het leveren, installeren, onderhouden en repareren van (groot)keukenapparatuur bij voornamelijk zorginstellingen en horecagelegenheden in de regio West-Nederland. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2008 opgezegd en is in september 2008 in dienst getreden van Fri-Jado, een bedrijf dat soortgelijke activiteiten ontplooit als Verhagen. Verhagen heeft werknemer in december 2008 aangeschreven en betaling van de boetes gevorderd (inmiddels ruim € 187.500). De kantonrechter heeft overtreding van het concurrentiebeding vastgesteld, doch de boetes tot nihil gematigd.

Het hof oordeelt als volgt. In hoger beroep stelt werknemer zich op het standpunt dat het concurrentiebeding alleen schriftelijk is overeengekomen in zijn eerste tijdelijke arbeidsovereenkomst die op 1 januari 2005 was geëindigd. Bij de omzetting is het concurrentiebeding niet opnieuw schriftelijk vastgelegd. Het hof verwerpt deze stelling. Werknemer heeft niet gesteld dat zijn werkzaamheden en/of arbeidsvoorwaarden zijn gewijzigd toen de arbeidsovereenkomst na zes maanden werd voortgezet voor onbepaalde tijd of dat zijn functie nadien zodanig ingrijpend is gewijzigd dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Er is geen rechtsregel die vereist dat onder deze omstandigheden bij voortzetting van een voor bepaalde tijd aangegane arbeidsovereenkomst het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk moet worden vastgelegd.

Met betrekking tot de matiging van de concurrentiebedingboete oordeelt het hof als volgt. Gelet op de aard van de overeenkomst, de aard van de functie van werknemer, de inhoud en strekking van het beding, de hoogte van de bedongen boete en de omstandigheden waaronder het beding is ingeroepen, zal het hof de boete matigen tot € 5000. Daarbij speelt mee dat Verhagen geen schade heeft geleden, niet heeft aangetoond dat haar relaties (mede) vanwege de servicemonteurs bij haar bleven en het geringe salaris van werknemer.