Equi Expo Group BV/werknemers

Y en Z zijn in 1991 respectievelijk 1992 in dienst getreden van Equi (een standbouwer). Y was hoofd projectbureau en Z was accountmanager. Met Y en Z zijn geen concurrentie- of relatiebedingen overeengekomen. In 2008 hebben Y en Z hun arbeidsovereenkomst opgezegd en hebben zij een concurrerende onderneming opgericht. Equi vordert dat Y en Z zich onthouden van verdere onrechtmatige handelingen, zoals het werken voor klanten van Equi. Equi stelt dat Y en Z reeds tijdens de arbeidsovereenkomst wanprestatie hebben gepleegd door het oprichten van de vof. Daarnaast zouden volgens Equi Y en Z tijdens het dienstverband bestaande klanten hebben bewogen met de door hen opgerichte vof in zee te gaan.

Het hof oordeelt als volgt. Het is een algemeen aanvaard uitgangspunt dat de werknemer die niet gebonden is aan een concurrentiebeding na afloop van de arbeidsrelatie vrij is om zich in vrije concurrentie met de werkgever te begeven, waarbij gebruik wordt gemaakt van zijn persoonlijke goodwill en de bij de werkgever opgedane kennis en ervaring. De grenzen liggen daar waar maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen worden overschreden. Het – in 'eigen' tijd – treffen van voorbereidingen voor het oprichten van een eigen, met de werkgever concurrerend, bedrijf met de bedoeling om dit startklaar te hebben zodra de arbeidsovereenkomst is geëindigd, is naar het oordeel van het hof op zichzelf toegestaan. Dit wordt anders indien tijdens het dienstverband ook concurrerende werkzaamheden worden uitgeoefend. Dat is in casu niet gebeurd.