Rechtspraak
Dynabuild BV/werknemers
Werknemers waren in dienst van Dynabuild. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor de Bouwnijverheid van toepassing. In de individuele arbeidsovereenkomsten met werknemers is evenwel overeengekomen dat ‘in afwijking van de cao slechts een reisuur per dag wordt vergoed’. De arbeidsovereenkomsten zijn op 15 oktober 2009 ontbonden wegens bedrijfseconomische redenen. Werknemers zijn allen lid van de FNV. Werknemers hebben betaling van de niet-uitbetaalde reisvergoeding gevorderd. De kantonechter heeft de vorderingen toegewezen. Dynabuild stelt zich op het standpunt dat nu partijen wisten dat in strijd met de cao werd gehandeld, zij binnen bekwame tijd hadden moeten ageren tegen de handelwijze van Dynabuild. Dynabuild wijst naar analogie van artikel 7:23 BW (twee maanden).
Het hof oordeelt als volgt. Dynabuild heeft ter onderbouwing van deze grief aangevoerd dat vaststaat dat zij in strijd met de cao slechts één reisuur per dag aan werknemers heeft vergoed. Hoewel werknemers daarmee bekend waren, althans dat hadden moeten weten, hebben zij daarover eerst bij brieven van 14 september en 16 november 2009 geklaagd. Artikel 6:89 BW bepaalt echter dat op verlies van alle rechten binnen bekwame tijd moet worden geklaagd. Onder ‘bekwame tijd’ wordt in aansluiting op artikel 7:23 lid 1 BW in het algemeen een periode van twee maanden verstaan, aldus Dynabuild. Artikel 6:89 BW verlangt een tijdig protest van de schuldeiser indien van een gebrek in de prestatie sprake is. De samenhang met de keuringsplicht van de schuldeiser veronderstelt dat er enige prestatie is geleverd. De strekking van dit artikel is het beschermen van de schuldenaar: hij meent en mag menen aan zijn verplichting te hebben voldaan wanneer hij heeft gepresteerd en de schuldeiser niet tijdig nadien heeft geklaagd over een gebrek, aldus A-G Langemeijer voor HR 20 januari 2006, LJN AU4122, NJ 2006, 80. A-G Spier voor HR 29 september 2006, LJN AY7921, JAR 2006/262 vermeldt als de ratio van artikel 6:89 BW het beschermen van de schuldenaar tegen late en daardoor moeilijk te betwisten klachten. In de onderhavige geschillen gaat het evenwel om een vordering tot nakoming van een op Dynabuild rustende betalingsverplichting. Voor de nakoming van deze verplichting is geen nader onderzoek nodig. Dynabuild wist bovendien dat de door haar met werknemers gemaakte afspraken over de vergoeding van hun reiskosten in strijd waren met hetgeen dienaangaande in de cao is bepaald. Artikel 6:89 BW is in de onderhavige geschillen dan ook niet van toepassing. Er is evenmin sprake van rechtsverwerking.