Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Speciaalmachinefabriek X B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 28 augustus 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7369

werknemer/Speciaalmachinefabriek X B.V.

Ontslag 56-jarige werknemer met twintig dienstjaren kennelijk onredelijk wegens schending zorgplicht werkgever jegens werknemer met rugklachten. Vordering tijdig en tot tweemaal toe gestuit, zodat geen sprake is van verjaring. Schadevergoeding is gelijk aan drie jaar WW-suppletie met afbouw 100-90-80%

Werknemer (geboren 1953) is op 1 mei 1990 in dienst getreden van Speciaalmachinefabriek X B.V. (hierna: Speciaalmachinefabriek X), aanvankelijk in de functie van monteur, later – in verband met rugklachten – in de functie van zager. De arbeidsovereenkomst is per 1 december 2009 met toestemming van het UWV WERKbedrijf opgezegd wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Op 5 februari 2010 heeft de gemachtigde van werknemer Speciaalmachinefabriek X aangeschreven en verzocht om een minnelijke regeling. Hij heeft dit verzoek in maart 2010 herhaald en zich het recht voorbehouden zich tot de rechter te wenden. In september 2010 wordt Speciaalmachinefabriek X gedagvaard op grond van artikel 7:681 BW. Volgens Speciaalmachinefabriek X is de vordering verjaard dan wel is geen sprake van een kennelijke onredelijke opzegging. De kantonrechter heeft het beroep op verjaring gehonoreerd.

Het hof oordeelt als volgt. Ingevolge artikel 7:683 lid 1 BW verjaart de vordering tot schadevergoeding wegens kennelijk onredelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst na verloop van zes maanden. De termijn begint te lopen vanaf de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Werknemer is per 1 december 2009 ontslagen. De verjaringstermijn is die dag gaan lopen en zes maanden later op 1 juni 2010 geëindigd. De vraag doet zich voor of de verjaringstermijn is gestuit. Het hof beantwoordt die vraag bevestigend. De brief van 5 februari 2010 dient als een schriftelijke mededeling in de zin van artikel 3:317 lid 1 BW te worden beschouwd waarin werknemer ondubbelzinnig zijn recht op schadevergoeding heeft voorbehouden. De brief in maart 2010 moet eveneens als een schriftelijke mededeling ex artikel 3:317 BW worden beschouwd.

Het hof acht in dit geval zodanige bijzondere omstandigheden aanwezig dat een opzegging van de arbeidsovereenkomst zonder enige financiële voorziening in strijd komt met het goed werkgeverschap, en daarmee kennelijk onredelijk is. Enerzijds heeft Speciaalmachinefabriek X op deugdelijke bedrijfseconomische gronden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst besloten en is het ontslag op zichzelf terecht gegeven. Opvallend is evenwel dat werknemer als enige van de 87 werknemers door Speciaalmachinefabriek X voor ontslag is voorgedragen. Voor 69 werknemers heeft Speciaalmachinefabriek X deeltijd-WW aangevraagd. Zonder toelichting valt niet in te zien waarom niet ook voor werknemer deeltijd-WW aangevraagd had kunnen worden. Dat de functie van zager was opgeheven laat onverlet dat voor werknemer, desnoods tijdelijk, eventueel na omscholing andere werkzaamheden gevonden hadden kunnen worden, dit zonodig in combinatie met deeltijd-WW. Op Speciaalmachinefabriek X rust een extra zorgplicht voor werknemer, mede gelet op de leeftijd van werknemer ten tijde van het ontslag (56 jaar), de lange duur van het dienstverband (20 jaar) en voorts gelet op zijn medische beperkingen (rugklachten). Voor de omvang van de door Speciaalmachinefabriek X te betalen schadevergoeding zoekt het hof aansluiting bij de periode dat werknemer naar verwachting een WW-uitkering zal ontvangen (38 maanden). Door Speciaalmachinefabriek X is niet betwist dat werknemer vanwege de door hem ontvangen WW-uitkering minstens € 9.500 bruto per jaar aan inkomen derft. Van Speciaalmachinefabriek X kan worden verlangd dat zij – ter matiging van de door werknemer ondervonden voorzienbare inkomenseffecten – die uitkering gedurende drie jaar aanvult in die zin dat het salaris van werknemer gedurende het eerste jaar van werkloosheid wordt aangevuld tot 100%, het tweede jaar tot 90% en het derde jaar tot 80%. Aldus becijfert het hof de door Speciaalmachinefabriek X te betalen schadevergoeding op een bedrag van afgerond € 19.000 bruto.