Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/B c.s.
Rechtbank Midden-Nederland, 27 juli 2011
ECLI:NL:RBZLY:2011:BX2714

werkneemster/B c.s.

Aansprakelijkheid voor RSI-klachten werkneemster. Schadestaatprocedure

Het Hof Arnhem heeft vastgesteld dat werkneemster in de uitoefening van de werkzaamheden als productiemedewerkster bij B RSI-klachten heeft opgelopen en dat B en C (rechtsopvolger van B) daarvoor op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk zijn (zie AR 2008-0635). Partijen twisten in deze schadestaatprocedure over de omvang van de schade die het gevolg is van de door werkneemster bij B opgelopen RSI.

De rechtbank oordeelt als volgt. Het is niet zozeer de vraag of en zo ja in welke mate de pre-existente klachten hebben bijgedragen aan de mate van arbeidsongeschiktheid van werkneemster, maar of zij vanwege die klachten ook zonder de opgelopen RSI (in eenzelfde mate) arbeidsongeschikt zou zijn geraakt. De rechtbank acht dat niet aannemelijk. Hoewel werkneemster eerst in 2008 wegens toegenomen (RSI-gerelateerde) klachten volledig arbeidsongeschikt is verklaard, ziet de rechtbank in de omstandigheid dat daaraan, zoals door de bezwaarverzekeringsarts is overwogen, dezelfde ziekteoorzaak ten grondslag ligt als aan de in 2003 (en nadien) vastgestelde arbeidsongeschiktheid een sterke aanwijzing om ook deze arbeidsongeschiktheid volledig aan de bij B opgelopen RSI toe te schrijven. De door B en C aangevoerde omstandigheid dat de opgelopen RSI verergerd is door de vanaf 2006 door werkneemster uitgevoerde schoonmaakwerkzaamheden komt, indien al juist, voor risico van B en C en staat aan toerekening in de zin van artikel 6:98 BW niet in de weg. Gelet op de aard van de in het geding zijnde aansprakelijkheid, de aard en ernst van de klachten, de duur van die klachten en de gevolgen daarvan voor het algehele functioneren van werkneemster acht de rechtbank, mede gezien de uitspraken van andere rechters omtrent smartengeld in vergelijkbare gevallen, smartengeld ten bedrage van € 15.000 reëel. Ter bepaling van het verlies aan verdienvermogen wordt de zaak aangehouden.