Rechtspraak
Rechtbank Gelderland, 7 november 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BY3478
PNO Consultants B.V. c.s./Deloitte Consulting C.V.B.A. c.s.
Vervolg AR 2012-0747. Tussen PNO en Deloitte Consulting C.V.B.A. en Deloitte Grants & Incentives B.V. is op 4 september 2008 een overnameovereenkomst gesloten met betrekking tot het bedrijfsonderdeel subsidieactiviteiten van Deloitte Consulting C.V.B.A. en Deloitte Grants & Incentives B.V. Deloitte Belastingadviseurs B.V. was geen partij bij de overnameovereenkomst. In artikel 13 van de overnameovereenkomst is een non-concurrentiebeding opgenomen. Werkneemster is sinds december 2009 in dienst van PNO. Haar arbeidsovereenkomst bevat een concurrentiebeding. Ze heeft haar dienstverband met PNO per 1 augustus 2010 opgezegd en is in dienst getreden van Deloitte Belastingadviseurs B.V. PNO stelt dat Deloitte Consulting C.V.B.A. en Deloitte Grants & Incentives B.V. hiermee artikel 13 van de overnameovereenkomst hebben geschonden en vordert betaling van verbeurde boetes. Deloitte Belastingadviseurs B.V wordt aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad. Ook tegen werkneemster is een procedure gestart wegens schending van het concurrentiebeding. In de bodemprocedure is geoordeeld dat werkneemster het concurrentiebeding heeft overtreden en is zij veroordeeld tot betaling van schadevergoeding en verbeurde boetes. In het tussenvonnis heeft de rechtbank diverse aandachtspunten meegeven.
De rechtbank oordeelt als volgt. Ten aanzien van de uitleg van het concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst van werkneemster staan partijen lijnrecht tegenover elkaar. Anders dan de kantonrechter acht de rechtbank de aard van de door werkneemster bij Deloitte Belastingadviseurs B.V. verrichte werkzaamheden wel degelijk relevant. In het non-concurrentiebeding in de brief met arbeidsvoorwaarden van PNO van 7 december 2009 staat immers klip en klaar vermeld dat voor informatie over de vraag hoe PNO in de praktijk omgaat met het non-concurrentiebeding wordt verwezen naar een apart artikel hierover in het Handboek Arbeidsvoorwaarden PNO. In dit Handboek is expliciet opgenomen dat consultants ‘als gevolg van de specialisatie die subsidieverlening nu eenmaal is, niet […] [i]n dienst kunnen treden bij een ander bureau dat zich (mede) richt op advisering ten aanzien van subsidies, voor zover dit adviesaspect een onderdeel uitmaakt van de nieuwe functie’. Het non-concurrentiebeding legt aldus overduidelijk het accent op de inhoud van de nieuwe functie en niet zozeer op de aard van de onderneming. Het verbiedt het verrichten van advieswerkzaamheden op het gebied van subsidies voor zover het adviesaspect deel uitmaakt van de nieuwe functie. Deloitte Belastingadviseurs B.V. stelt dat bestuurders van PNO aan werkneemster voor haar overstap zouden hebben aangegeven haar (voor andere dan WBSO-werkzaamheden) te ontheffen uit het non-concurrentiebeding. Deloitte wordt toegelaten getuigenbewijs hiervan te leveren. PNO wordt in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van de stelling dat sprake is van het uitvoeren van of leiding geven aan concurrerend subsidieadvies. Volgt aanhouding van de zaak.