werknemer/CV X

Werknemer is op 1 april 2005 bij CV X in dienst getreden als keukenhulp voor gemiddeld 38 uur per week. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor het horeca- en aanverwante bedrijf van toepassing. Werknemer is op 1 juli 2009 arbeidsongeschikt geraakt. Hij heeft aanspraak gemaakt op betaling van overuren. Hij heeft gesteld dat hij gedurende zijn dienstverband altijd meer dan 38 uur per week heeft gewerkt. In werkelijkheid heeft hij zes dagen per week, in totaal minimaal 49 uren per week gewerkt, aldus werknemer. Op basis hiervan heeft werknemer betaling door CV X van een bedrag in totaal van € 18.148,29 bruto gevorderd. De kantonrechter heeft deze vordering afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof stelt voorop dat op werknemer de bewijslast rust dat hij 49 uur per week, dus in dit verband ten minste zes dagen per week, heeft gewerkt. Daarmee rust het bewijsrisico op hem, ook in een situatie dat het bewijs elkaar over en weer in evenwicht zou houden en dus niet komt vast te staan of werknemer vijf of zes dagen per week heeft gewerkt. Werkgeefster op haar beurt is niet gehouden het bewijs van het tegendeel te leveren, in dit geval dat, zoals zij stelt, werknemer vijf dagen per week heeft gewerkt. Gelet op de verschillende getuigenverklaringen acht het hof werknemer niet geslaagd in het door hem te leveren bewijs dat hij zes dagen per week heeft gewerkt. Steekproefsgewijze controle door het hof van de urenlijsten levert nog op dat er telkens in een werkweek twee niet ingevulde (dus vrije) dagen voorkomen, terwijl de lijsten steeds opvolgend en zonder onderbrekingen zijn ingevuld, hetgeen de stelling van werkgeefster dat werknemer in de periode van maandag tot en met donderdag twee dagen vrij had ondersteunt.