Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/The Bank of New York Mellon
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 8 oktober 2013
ECLI:NL:GHAMS:2013:3274

werknemer/The Bank of New York Mellon

Ontslag op staande voet voormalig OR-lid wegens schending geheimhoudingsverplichting en toegang tot afgeschermde server voor OR-leden, alsmede delen van geheime informatie

Werknemer was op grond van zijn arbeidsovereenkomst gehouden aan een geheimhoudingbepaling. Hij is vier jaar lang lid geweest van de ondernemingsraad van BNYM (hierna: OR) en op grond daarvan gold voor hem tevens de in artikel 20 van de Wet op de Ondernemingsraden neergelegde wettelijke geheimhoudingsplicht. Hij heeft verschillende cursussen gevolgd waarbij het omgaan met vertrouwelijke informatie aan de orde is geweest. Na zijn defungeren als lid van de OR heeft hij nagelaten om, nadat hem op 10 december 2012 te kennen was gegeven dat hij was afgesloten van het afgeschermde deel van de server van BNYM, waarop zich gegevens bevonden van de OR, BNYM te melden dat hij nog steeds daartoe toegang had. Hij heeft daarna tevens vertrouwelijke informatie uit dat afgeschermde gedeelte van de server geraadpleegd en tot zich genomen. Ten slotte heeft hij die vertrouwelijke informatie gedeeld met meerdere collega’s (het betrof informatie over een reorganisatie en beloningsbeleid). Hij heeft daarmee herhaaldelijk zijn geheimhoudingsplicht en daarmee het vertrouwen van BNYM geschonden en tevens het imago van de OR. Een rechtvaardigingsgrond bestond daarvoor niet. Als gevolg hiervan is werknemer op staande voet ontslagen.

Het hof oordeelt als volgt. Werknemer heeft geen melding gemaakt aan BNYM dat hij, nadat hem was gemeld dat hij daarvan werd afgesloten, nog toegang had tot gegevens van de OR die waren geplaatst op een afgeschermd gedeelte van de server van BNYM. Hij was niet gerechtigd die gegevens te raadplegen. Werknemer heeft tijdens zijn loopbaan verschillende cursussen gevolgd waarbij onder meer aan de orde is gekomen hoe hij met dergelijke vertrouwelijke gegevens correct moest omgaan. Hij mocht onder die omstandigheden ook geacht worden te weten dat BNYM daaraan groot belang hechtte, en in het verlengde daarvan dat BNYM bij schending van die geheimhoudingsplicht de noodzakelijke maatregelen zou treffen. De stelling van werknemer dat hem nooit is gewezen op de gevolgen van het doorspelen van vertrouwelijke informatie gaat dan ook niet op, noch de verder niet onderbouwde stelling dat er bij BNYM op dat punt geen consistent beleid werd gevoerd. Desondanks heeft hij niet alleen gegevens opgeroepen – en daarvan kennis genomen – die waren opgenomen in de reguliere map van de OR, maar ook gegevens die waren opgenomen in een submap met de aanduiding ‘strikt vertrouwelijk’. Daar is het niet bij gebleven, maar hij heeft de informatie waarover hij aldus de beschikking had gekregen, gedeeld met diverse collega’s: met zijn collega Hendrickx de informatie betreffende een ophanden zijnde reorganisatie en in verband daarmee het ontslag van een collega, welke informatie was opgenomen in de submap ‘strikt vertrouwelijk’ en andere informatie betreffende het beloningsbeleid van BNYM, met een drietal andere collega’s. Met de kantonrechter is het hof voorlopig van oordeel dat onder die omstandigheden objectief gezien van BNYM niet kon worden gevergd de dienstbetrekking met werknemer te laten voortduren, zelfs niet voor korte tijd. De door werknemer aangevoerde omstandigheden kunnen niet tot een ander oordeel leiden. BNYM werd geconfronteerd met een medewerker die op niet mis te verstane wijze zijn geheimhoudingsplicht had geschonden. Dat werknemer een oud lid van de OR was, van wie bij uitstek anders mocht worden verwacht, maakte een en ander des te ernstiger, alleen al omdat hem in die hoedanigheid het belang van vertrouwelijkheid nog eens extra was ingeprent. Dit gedrag kan wel degelijk als schadelijk voor BNYM worden aangemerkt, waaraan niet afdoet dat die schade mogelijk een minder concrete vorm heeft. Dat werknemer niet naar anderen dan de reeds genoemde personen informatie heeft gelekt, doet daaraan evenmin af.