Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 18 maart 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:739
X Accountants NV/werkneemster
Werkneemster is op 1 april 2010 in dienst getreden van X Accountants voor bepaalde tijd (tot 1 oktober 2010). Er was reeds sprake van een studieschuld die X Acocuntants heeft overgenomen. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat door X Accountants toezeggingen zijn gedaan dat haar arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zou worden verlengd. Nu dit niet heeft plaatsgevonden en X Accountants ook nog eens volledige terugbetaling van de studiekosten (€ 16.880,80: € 12.466,19 aan studiekosten die aan de vorige werkgever van werkneemster zijn betaald en € 4.414,61 aan studiekosten die X Accountants rechtstreeks aan derden heeft voldaan) vordert, meent werkneemster dat sprake is van schending van het goed werkgeverschap. Het hof heeft bij tussenarrest geoordeeld dat indien feiten inderdaad overeenkomstig het beeld van werkneemster hebben plaatsgevonden, nakoming van het studiekostenbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn.
Het hof oordeelt thans als volgt. Werkneemster heeft enkel zelf een verklaring afgelegd gesteund door diverse e-mails waarin zij aan collega’s meldt dat haar contract is verlengd en er om die reden ‘vlaai’ bij de koffie staat. X Accountants betwist dit. Bij deze stand van zaken waarbij twee getuigen precies het tegenovergestelde beweren en niet kan worden aangenomen dat het ene verhaal geloofwaardiger is dan het andere verhaal, moet worden geoordeeld dat werkneemster niet is geslaagd in haar bewijs.
Het hof stelt voorop dat het in deze zaak voor het overgrote deel van het gehele teruggevorderde bedrag gaat om een studiekostenvergoeding en niet om een terugvordering van loon. Dit geldt allereerst voor de ‘oude’ studieschuld. Voor zover al in de door X Accountants aan Nagtzaam (zijnde de vorige werkgever) betaalde € 12.466,19 een looncomponent zou zitten, betreft dat in ieder geval niet bij X Accountants door werkneemster verdiend loon. Van de (nieuwe) studieschuld ad € 4.422,61 is (slechts) een bedrag groot € 1.314,45 op verrekening van loon met studie-uren gebaseerd. Naar het oordeel van het hof kan voor de beoordeling van de vraag of sprake is van strijd met de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag slechts dat laatste bedrag in aanmerking worden genomen. In dat geval komt werkneemster niet onder de grens van het minimumloon, zodat het verweer om die reden niet opgaat. Ook aan het gegeven dat het totale bedrag zwaarder drukt op werkneemster dan op X Accountants kan naar het oordeel van het hof, onder de omstandigheden van deze zaak, niet de consequentie worden verbonden dat het reeds om die reden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat X Accountants het gehele bedrag terugvordert zonder enige kwijtschelding. Hierbij spelen in het bijzonder een rol dat sprake was van een overeenkomst van bepaalde tijd, voor de vrij korte duur van een halfjaar, en dat de afspraken tussen partijen voor de situatie na ommekomst van dat halfjaar en beëindiging van rechtswege uitdrukkelijk waren overeengekomen, terwijl ook op het moment van overeenkomen voldoende duidelijk moet zijn geweest dat de schuld op werkneemster zwaarder zou drukken dan op X Accountants. Het hof oordeelt dat X Accountants niet handelt in strijd met goed werkgeverschap door niet (gedeeltelijk) kwijt te schelden.