Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 6 mei 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:1269

werknemer/werkgever

Kennelijk onredelijk ontslag 54-jarige werknemer door aanbod werknemer 50% minder te gaan werken als alternatief voor ontslag niet serieus in overweging te nemen. Schadevergoeding € 120.000.

Werknemer (geboren 1959) is sinds 1979 in dienst van werkgever. Op 29 september 2010 heeft werkgever UWV toestemming gevraagd de arbeidsovereenkomst met werknemer te mogen opzeggen. Per 30 september 2010 heeft werknemer betaald verlof gekregen van werkgever tot het moment dat de arbeidsovereenkomst beëindigd zou zijn. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van het UWV per 1 mei 2011 opgezegd. Werknemer heeft tussentijds voorgesteld het dienstverband met 50% terug te brengen alsook een formele ontbinding met een vergoeding. Uiteindelijk heeft werknemer in januari 2011 zelf ontbinding verzocht, welk verzoek is afgewezen. Thans vordert werknemer schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

Het hof oordeelt als volgt. Uit diverse omstandigheden leidt het hof af dat het bedrijfseconomische belang van werkgever bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer minder groot was dan hij deed voorkomen. Er zijn grote investeringen en verbouwingen gedaan, het salaris van de directeur is toegenomen, de huur van de werkmaatschappij is verhoogd (welke huurpenningen ten gunste kwamen van de moedermaatschappij) en direct na het verstrijken van de wederindiensttredingsvoorwaarde is weer nieuw personeel geworven wegens ‘economische groei’. Daar tegenover staat dat werknemer 54 jaar oud was, geen goede arbeidsmarktpositie had en weinig scholing heeft genoten. Onder deze omstandigheden had werkgever het aanbod van werknemer om halftime te gaan werken niet zonder meer naast zich neer mogen leggen. De opzegging is derhalve kennelijk onredelijk.

Gelet op alle feiten en omstandigheden begroot het hof de inkomensschade met inbegrip van de pensioenschade schattenderwijs op een bedrag van € 120.000 bruto. Daarbij weegt mee dat werknemer zelf heeft aangeboden het dienstverband met 50% terug te brengen. Derhalve moet de inkomensschade over deze omvang van het dienstverband worden berekend. Het hof ziet voorts geen aanleiding om een deel van de door het ontslag geleden schade voor rekening van werknemer zelf te laten.