werknemer/ThermaSolutions Europe BV

Werknemer is op 1 oktober 2011 voor de duur van zes maanden in dienst getreden bij (de voormalige eigenaar van) ThermaSolutions. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. De arbeidsovereenkomst is twee keer verlengd. De arbeidsovereenkomst is per 1 april 2013 omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst is overeengekomen met de nieuwe eigenaar van ThermaSolutions. Werknemer heeft aangegeven dat hem door de oude eigenaar onder meer een hoger salaris, dertiende maand en aandelen of jaarlijkse bonus zijn toegezegd. De wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden zoals door werknemer gewenst zijn uiteindelijk niet doorgevoerd. Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst tegen 1 mei 2014 opgezegd. Werknemer vordert primair schorsing van het concurrentiebeding, voor zover het beding hem belemmert om bij 8MI in dienst te treden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In geschil is of het concurrentiebeding bij de omzetting van de arbeidsovereenkomst in onbepaalde tijd opnieuw overeengekomen had moeten worden. Geoordeeld wordt dat dit niet het geval is. Het concurrentiebeding is steeds deel blijven uitmaken van de arbeidsovereenkomst. Hoewel op 28 maart 2013 een gesprek heeft plaatsgevonden over de voortzetting van de arbeidsovereenkomst, heeft werknemer ter zitting erkend dat de voorwaarden waaronder deze overeenkomst zou worden voortgezet ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van zijn eerdere contracten. De door werknemer gewenste arbeidsvoorwaarden zijn niet ingewilligd. Ook de aard van de werkzaamheden zijn gedurende de jaren ongewijzigd gebleven. Het concurrentiebeding is dus niet zwaarder gaan drukken, zodat het nog altijd van kracht is.

Ten aanzien van de gevorderde schorsing van het concurrentiebeding, valt de belangenafweging in het nadeel van werknemer uit. Van belang is dat werknemer is betrokken bij de ontwikkeling en totstandkoming van de nieuwe machine HT-2000. 8MI is een directe concurrent. Het belang van werknemer bij vrije arbeidskeuze is niet zodanig zwaarwegend dat hij met instandhouding van dit beding onbillijk wordt benadeeld, temeer nu ThermaSolutions onweersproken heeft gesteld dat deze branche wereldwijd slechts uit een drietal bedrijven bestaat waarmee werknemer tot 1 mei 2015 geen arbeidsrelatie mag aangaan. Nu werknemer door het concurrentiebeding niet de mogelijkheid is ontnomen om anders dan in dienst van ThermaSolutions werkzaamheden te verrichten, is niet voldaan aan het in artikel 7:653 lid 4 BW opgenomen vereiste voor het toekennen van de daarin vervatte vergoeding. De vorderingen worden afgewezen.