werknemer/Achmea Interne Diensten N.V.

Werknemer is in 1994 in dienst getreden van Agis, de rechtsvoorganger van Achmea. Op 16 april 2007 is een internationale dienstbetrekking overeengekomen. Werknemer is toen in de functie van directeur van het Agis Service Center Marokko te werk gesteld in Marokko. Medio juni 2013 heeft Achmea werknemer meegedeeld dat zij de vestiging Agis Maroc per 1 juli 2014 zou sluiten. Achmea heeft werknemer aangeboden dat bij terugkeer naar Nederland een passende functie voor hem zal worden gezocht. Voor het geval werknemer zou besluiten in Marokko de blijven, is hem een vergoeding conform de oude kantonrechterformule met C=1 aangeboden en een extra vergoeding van € 15.000 om de zoon van werknemer nog een jaar op kosten van Achmea in Marokko op school te laten blijven. Werknemer heeft het aanbod geweigerd en verzoekt ontbinding onder toekenning van een vergoeding van € 450.000 bruto, vermeerderd met een vergoeding van € 45.000 netto voor het onderwijs van de kinderen. Werknemer stelt dat Achmea ten onrechte geen passende functie heeft aangeboden en hem is toegezegd dat Agis Maroc nooit zou sluiten.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat is toegezegd dat Agis Maroc nooit zou sluiten. Ook de stelling van werknemer dat uit de overeenkomst volgt dat Achmea hem direct na de sluiting een passende concrete functie had moeten aanbieden, wordt niet gevolgd. Hij heeft immers definitief besloten in Marokko te blijven. Bovendien stelt hij zelf dat zijn Nederlands inmiddels niet goed genoeg meer is voor een functie in Nederland. Ook om die reden mocht hij niet verwachten dat hem direct een passende functie in Nederland werd aangeboden. Werknemer verzoekt verder bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding mee te laten wegen, dat hij en zijn gezin zijn bedreigd en dat mishandelingen hebben plaatsgevonden, welke gebeurtenissen volgens hem samenhangen met het besluit van Achmea Agis Maroc te sluiten. Dit heeft werknemer onvoldoende aannemelijk gemaakt. De dreigbrieven heeft werknemer in deze procedure niet overgelegd. Dat Achmea op dit ogenblik de kosten van de beveiliging voor haar rekening neemt, betekent onder omstandigheden niet dat zij daarmee ook het verband met de sluiting erkent. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Een ontbindingsvergoeding op basis van de oude kantonrechtersformule met C=1 (€ 198.037 bruto ) is in dit geval redelijk. De toegezegde vergoeding van € 15.000 in verband met de opleidingskosten van de zoon van werknemer wordt als minder passend bij een ontbindingsvergoeding niet in het dictum opgenomen, maar de kantonrechter gaat er uiteraard wel van uit dat dit bedrag zal worden betaald.