Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemers/Stichting Catharinaziekenhuis
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 19 januari 2016
ECLI:NL:GHSHE:2016:130

werknemers/Stichting Catharinaziekenhuis

Werkgeefster heeft vrijheid bij het invullen van de functiebeschrijvingen. Het hof toetst daarom niet vol, maar wel marginaal of werkgeefster bij die invulling haar contractuele verplichtingen en/of haar verplichtingen uit het beginsel van goed werkgeverschap jegens werknemers heeft nageleefd. Het hof heeft daarbij behoefte aan voorlichting, waarvoor een deskundige zal worden benoemd.

Feiten

Werkgeefster stelt op 3 juli 2009 de definitieve functiebeschrijvingen vast van radiotherapeutisch laborant senior en medior. Werknemers, radiotherapeutisch laboranten senior, hebben tegen de voorlopige functiebeschrijvingen bezwaar aangetekend, maar werkgeefster heeft zonder dit bezwaar voor te leggen aan de Interne Bezwaren Commissie (hierna: IBC) toch de definitieve functiebeschrijvingen vastgesteld. Werknemers betrekken daarop werkgeefster in rechte. Zij vorderen te bepalen dat werkgeefster, door de functiebeschrijvingen definitief vast te stellen zonder dat de IBC naar aanleiding van de door werknemers ingediende bezwaarschriften inhoudelijk advies heeft gegeven over de voorliggende voorlopig vastgestelde functiebeschrijvingen, niet de juiste procesgang heeft gehanteerd en zij het bezwaar van werknemers alsnog aan de IBC moet voorleggen ter verkrijging van een inhoudelijk advies. De kantonrechter wijst de vorderingen af. Het hof wijst de vorderingen vervolgens toe en bepaalt dat werkgeefster niet de juiste procesgang heeft gehanteerd; het bezwaar van appellanten dient alsnog aan de IBC te worden voorgelegd ter verkrijging van advies. De IBC brengt vervolgens haar advies uit. Daarin staat dat de functiebeschrijvingen grotendeels volstaan, maar er worden wel enige aanpassingen geadviseerd. Werkgeefster neemt deze aanpassingen vervolgens over. In de onderhavige procedure vorderen werknemers te verklaren voor recht dat werkgeefster jegens hen tekort is geschoten in het nakomen van de contractuele verplichtingen en/of het beginsel van goed werkgeverschap en te bepalen dat werkgeefster de betreffende contractuele verplichtingen en/of het beginsel van goed werkgeverschap alsnog na dient te komen. Zij onderbouwen dit standpunt als volgt. In de eerste plaats komen de functiebeschrijvingen (nog steeds) onvoldoende tegemoet aan de werkzaamheden die door werknemers worden verricht. Daarbij voldoen de functiebeschrijvingen niet aan de eisen zoals die conform de FWG (het Protocol FunctieWaardering Gezondheidszorg) van toepassing zijn, als gevolg waarvan deze functiebeschrijvingen niet in stand kunnen worden gelaten en opnieuw – conform de daartoe voorgeschreven, transparante, procedure(s) – dienen te worden vastgesteld. De kantonrechter oordeelt dat werkgeefster bij het opstellen van de functiebeschrijvingen conform het bepaalde in de cao heeft gehandeld, maar laat zich daarbij niet inhoudelijk uit over de functieprofielen omdat werkgeefster daarbij een zekere vrijheid geniet.

Oordeel

De kern van het geschil betreft de inhoud van de functieomschrijvingen. Het hof stelt voorop dat het deze inhoud niet vol toetst, maar wel marginaal: met inachtneming van de aan werkgeefster toekomende vrijheid wordt beoordeeld of werkgeefster haar contractuele verplichtingen en het beginsel van goed werkgeverschap jegens werknemers heeft nageleefd. De vraag die daarbij dient te worden beantwoord is of de functiebeschrijvingen zijn vastgesteld met inachtneming van Bijlagen D en E bij de cao (bestaande uit de FWG), in het bijzonder of de functiebeschrijvingen volledig zijn. Volgens werknemers zijn de functiebeschrijvingen onvolledig; volgens werkgeefster heeft zij het bepaalde in de cao nageleefd. Het hof heeft behoefte aan voorlichting door een deskundige op het gebied van personeelszaken (HRM). De te benoemen deskundige beschikt bij voorkeur over expertise ten aanzien van het beschrijven van functies als de onderhavige binnen ziekenhuizen. De zaak wordt naar de rol verwezen opdat partijen zich bij akte over de te benoemen deskundige en te beantwoorden vragen kunnen uitlaten.