Feiten

Werknemers zijn allen als chauffeur werkzaam bij HVC. Werknemers waren tot medio 2007 als ambtenaar in dienst van een publiekrechtelijke organisatie, ReinUnie. In 2007 heeft ReinUnie de activiteiten van de publiekrechtelijke organisatie ReinUnie overgenomen, waarna werknemers bij N.V. ReinUnie in dienst traden. Vanaf dat moment waren werknemers geen ambtenaar meer. In verband met de overgang is op 28 maart 2007 een sociaal plan overeengekomen. N.V. ReinUnie is met werknemers arbeidsovereenkomsten aangegaan. In die arbeidsovereenkomsten is bepaald dat de CAR-UWO en – met uitzondering van een van de werknemers – het Sociaal Plan van toepassing is. Op 31 december 2017 zijn HVC en N.V. ReinUnie gefuseerd. Als gevolg daarvan gingen werknemers per 1 januari 2018 van rechtswege over van N.V. ReinUnie naar HVC. Op 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (hierna: Wnra) in werking getreden. In verband daarmee is de CAR-UWO per 1 januari 2020 (grotendeels) komen te vervallen. De cao gemeenten is per 1 januari 2020 tot stand gekomen. De (overige) medewerkers van HVC vallen onder de Cao GEO. HVC heeft in een brief aan werknemers van 5 november 2019 meegedeeld dat de CAR-UWO per 1 januari 2020 komt te vervallen en dat HVC niet gebonden is aan de Cao Gemeenten. HVC heeft in die brief het aanbod gedaan om op werknemers per 1 januari 2020 de Cao GEO te gaan toepassen. Nadat werknemers hadden laten weten dat zij niet konden instemmen met het aanbod, heeft HVC in een brief van 8 januari 2020 meegedeeld dat zij de Cao GEO toch per 1 januari 2020 gaat toepassen op werknemers. Werknemers vorderen een verklaring voor recht dat HAV gehouden is de Cao Gemeenten toe te passen.

Oordeel

Overgang van onderneming

De rechtbank overweegt dat het in deze zaak niet gaat om een overgang van onderneming, maar om een wijziging van arbeidsvoorwaarden per 1 januari 2020. De beslissing van HVC om per 1 januari 2020 de Cao GEO toe te passen op werknemers heeft ook niet te maken met een overgang van onderneming, maar heeft als reden het vervallen van de CAR-UWO per 1 januari 2020. De kantonrechter komt daarom tot de conclusie dat de regels voor overgang van ondernemingen in dit geval niet van toepassing zijn.

Het Sociaal Plan

Het Sociaal Plan houdt in dat de CAR-UWO op werknemers van toepassing blijft tot 1 januari 2017. Het Sociaal Plan verplicht HVC dus niet om de CAR-UWO ook na 1 januari 2017 te blijven toepassen.

Dynamisch incorperatiebeding

De kantonrechter overweegt dat uit de arbeidsovereenkomst van werknemers blijkt dat de CAR-UWO daarop van toepassing is, waaronder ook kan worden begrepen een toekomstige wijziging van de CAR-UWO. Maar niet valt in te zien dat daaronder ook moet worden begrepen de Cao Gemeenten. Hoewel in praktische zin de Cao Gemeenten zou kunnen worden aangemerkt als een ‘opvolger’ van de CAR-UWO, kan niet worden aangenomen dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst in 2007 door het van toepassing verklaren van de CAR-UWO hebben bedoeld dat ook de Cao Gemeenten van toepassing zou worden per 1 januari 2020.

Redelijk voorstel

Vast staat dat de CAR-UWO op 1 januari 2020 is vervallen en dat de vervallen CAR-UWO na 1 januari 2020 alleen nog maar in ‘bevroren’ toestand van toepassing kan blijven. Dat is een relevante wijziging van omstandigheden waarin HVC aanleiding heeft kunnen zien om een voorstel te doen aan werknemers voor een wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De kantonrechter kan HVC volgen in haar stelling dat haar voorstel tot toepassing van de Cao GEO redelijk is. HVC was immers genoodzaakt om een alternatief te bieden voor het vervallen van de CAR-UWO en door toepassing van de Cao GEO voorkomt HVC dat de arbeidsvoorwaarden van werknemers ‘bevroren’ zouden blijven op het niveau van de vervallen CAR-UWO. HVC heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat werknemers er niet op achteruit gaan door toepassing van de Cao GEO. Van werknemers kan in redelijkheid worden gevergd om het voorstel van HVC tot toepassing van de Cao GEO per 1 januari 2020 te aanvaarden. De kantonrechter is bovendien van oordeel dat de Cao GEO aan werknemers een gelijkwaardige rechtspositie en een gelijke salarispositie biedt ten opzichte van de CAR-UWO, en zeker op langere termijn een juist gunstiger rechts- en salarispositie. De vordering wordt afgewezen.