Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 1 november 2018
ECLI:NL:GHSHE:2018:4570
werknemer/Hymec Facilities B.V.
Feiten
Werknemer is als Operator Specialist in dienst bij werkgeefster. Vanaf 11 december 2014 is hij arbeidsongeschikt als gevolg van de ziekte van Lyme. De arbeidsdeskundige van het UW stelt het arbeidsongeschiktheidspercentage vast op 72,40 procent. Op 9 februari 2017 vraagt werkgeefster een ontslagvergunning van het UWV op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid. Nadat toestemming voor het ontslag is verkregen, zegt zij de arbeidsovereenkomst op per 1 juli 2017. Werknemer verzoekt veroordeling van werkgeefster tot herstel van de arbeidsovereenkomst op basis van twintig uur per week. De kanontrechter wijst het verzoek af. Werknemer gaat in hoger beroep en stelt dat hij in staat is zijn eigen werk met alle bijbehorende taken en verantwoordelijkheden voor twintig uur per week uit te voeren; dit heeft hij gedurende zijn gehele ziekteperiode ook gedaan.
Oordeel
Het hof volgt werknemer niet. Uit de functiebeschrijving blijkt dat een Operator Specialist onder meer moet beschikken over diepgaande specialistische kennis en vaardigheden met betrekking tot minimaal twee werkprocessen, zelfstandig producten moet produceren voor diverse afdelingen binnen de daarvoor gestelde tijd, en prototypes moet kunnen maken. Volgens werkgeefster is werken onder tijdsdruk inherent aan deze functie. Werknemer heeft dit niet, althans onvoldoende weersproken. Volgens werkgeefster was werknemer niet in staat zijn eigen functie met slechts een beperking in het aantal uren te verrichten. Werken onder tijdsdruk was in verband met energetische beperkingen geen mogelijkheid voor werknemer, aldus nog steeds werkgeefster. Deze stellingen vinden, aldus het hof, steun in het rapport van de arbeidsdeskundige van het UWV. Het hof gaat voorbij aan het betoog van werknemer dat hij gedurende zijn ziekteperiode zijn werk met alle bijbehorende taken en verantwoordelijkheden voor twintig uur per week heeft verricht. Volgens werkgeefster heeft zij in 2016 tijdelijk, door een order van klant X, een passend werkklimaat voor werknemer kunnen creƫren, zonder deadlines en werkpieken. Werkgeefster heeft alleen deze order van X in 2016 naar voren kunnen halen, zodat werknemer voldoende tijd had om aan deze productie te werken. Deze werkzaamheden zijn vanaf 2017 niet meer voorhanden. Voor 2017 is de doorlooptijd van de productie van de order van X vele malen korter. Volgens werkgeefster kan werknemer in verband met zijn medische beperkingen niet structureel worden ingezet in het reguliere productieproces, in welke vorm dan ook. Zij is bedrijfseconomisch niet bij machte om haar organisatie permanent of langdurig zo in te richten dat werknemer kan functioneren zonder tijdsdruk. Verder is werknemer vanaf 2015 vanwege zijn ziekte niet in staat geweest om diverse opleidingen te volgen, zodat hij inmiddels ook niet meer over de vereiste specialistische kennis beschikt. Werknemer heeft dit naar het oordeel van het hof onvoldoende gemotiveerd weersproken. Het hof volgt werkgeefster in haar standpunt dat aannemelijk is dat werknemer binnen 26 weken na ontvangst van de toestemming voor opzegging van het UWV niet in staat was de bedongen arbeid te verrichten. Uit een brief van de bedrijfsarts blijkt dat de bedrijfsarts werknemer heeft gesproken en dat zijn oordeel tot stand is gekomen op grond van de overweging dat de aandoening van werknemer weinig tot geen adequaat bewezen behandelmethoden heeft en de voorafgaande lange periode had bewezen dat wat behandelaren hadden toegepast extreem weinig tot geen resultaat had gehad. Werkgeefster heeft toegelicht dat het niet mogelijk is of niet in de rede ligt om werknemer, al dan niet met behulp van scholing, binnen een redelijke termijn te herplaatsen in een andere passende functie. Werknemer heeft dit niet gemotiveerd betwist. Hieruit volgt dat herplaatsing, eventueel met scholing, niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Het hof bekrachtigt de bestreden uitspraak.