Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe Zorg/werkneemster
Rechtbank Gelderland (Locatie Apeldoorn), 5 november 2018
ECLI:NL:RBGEL:2018:4761

Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe Zorg/werkneemster

Arbeidsongeschikte werkneemster die zonder goede reden weigert passende arbeid te verrichten en meerdere keren niet op afspraken met de bedrijfsarts komt opdagen, handelt verwijtbaar. Toewijzing ontbindingsverzoek (e-grond).

Feiten

Werkneemster is op 1 december 2013 bij Stichting Zorggroep Noordwest-Veluwe Zorg (hierna: Zorggroep) gaan werken in de functie van woonzorgbegeleider. Op 18 april 2016 heeft werkneemster zich ziek gemeld vanwege schouder- en nekklachten. Zij is hiervoor onder behandeling gegaan, maar de klachten houden aan. In december 2016 is werkneemster begonnen met een re-integratietraject. Werkneemster is half februari 2017 gestopt met het door Zorggroep aangeboden (lichtere) werk, omdat zij het te zwaar vond. Zorggroep heeft vervolgens bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd. Volgens het UWV was het aangeboden werk passend. Werkneemster heeft zich eind april 2017 wederom volledig ziek gemeld. Op 12 februari 2018 heeft de bedrijfsarts werkneemster geadviseerd de passende taken weer op te pakken. Werkneemster heeft hieraan geen gehoor gegeven. Het UWV heeft in april 2018 geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van werkneemster onvoldoende waren. Werkneemster is begin mei 2018 niet op een afspraak bij de arbeidsdeskundige verschenen. Ook op meerdere afspraken met de bedrijfsarts medio 2018 is zij niet verschenen. Zorggroep verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, primair vanwege verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster (e-grond).

Oordeel

Op basis van de deskundigenrapporten moet worden aangenomen dat de werkzaamheden die door Zorggroep aan werkneemster zijn opgedragen passende arbeid is. Het staat vast dat zij deze passende arbeid niet verricht heeft op de dagen en uren dat zij die moest doen. Zij heeft zich steeds ziekgemeld, maar daar is geen goede (medische) reden voor geweest. Zorggroep heeft geprobeerd werkneemster te stimuleren weer aan het werk te gaan. Dat heeft Zorggroep gedaan door het loon van werkneemster in te houden. Deze loonprikkel heeft niet gewerkt, want werkneemster is niet aan het werk gegaan. Dat neemt Zorggroep haar terecht kwalijk. Ten aanzien van het niet komen opdagen bij afspraken met de bedrijfsarts oordeelt de kantonrechter het volgende. Voor een zieke werknemer is het verplicht om gehoor te geven aan oproepen van de bedrijfsarts. Alleen als er een goede reden is, kan een afspraak worden verzet. Werkneemster heeft zonder goede redenen afgezegd. Zij heeft helemaal geen uitleg gegeven bij het afzeggen van de afspraken op 4 en 11 juni 2018. Bij het afzeggen van de afspraak van 9 juli 2018 heeft zij wel een reden gegeven, maar het is onduidelijk waarom zij niet naar de bedrijfsarts zou kunnen als er in Turkije een familielid overleden is. Samenvattend is de conclusie dat werkneemster zonder goede reden geweigerd heeft passende arbeid te doen en andere verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst na te komen. Daarmee heeft zij niet gedaan wat Zorggroep van haar mocht verlangen. Dat is haar zeer te verwijten, vooral omdat de weigeringen al lange tijd duren en ook looninhouding niet zorgt voor ander gedrag. In deze situatie kan van Zorggroep niet langer verlangd worden dat zij werkneemster in dienst houdt. Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werkneemster voert nog aan dat zij niet ontslagen kan worden zolang zij ziek is. Dit verweer wordt niet gevolgd. De arbeidsovereenkomst wordt nu beƫindigd vanwege verwijtbaar handelen. Het opzegverbod bij ziekte is niet bedoeld om werknemers te beschermen die zich langdurig en meermalen niet houden aan hun verplichtingen. Bovendien is werkneemster inmiddels meer dan twee jaar arbeidsongeschikt en dan is een opzegverbod niet meer aanwezig.