Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 juni 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:2058
werknemer/Zoom.in B.V.
Feiten
Zoom.in B.V. (hierna Zoom.in) is een organisatie die zich bezighoudt met het produceren, distribueren en exploiteren van multimediale nieuws- en informatievoorziening door middel van het leveren van content aan publishers in de vorm van onlinevideo’s en online magazines. Zij is onderdeel van Zoom.in Group B.V. en onderdeel van een internationale groep van ondernemingen. Zoom.in heeft een aantal desks en afdelingen in binnen- en buitenland voor onder andere Italië, Spanje, Zuid-Amerika, China en Duitsland. Desks voor België en de VS zijn onlangs gesloten. Werknemer is op 6 februari 2006 bij Zoom.in in dienst getreden en was laatstelijk werkzaam in de functie van hoofdredacteur van de Dutch desk tegen een salaris van € 3.210 bruto exclusief vakantiegeld en emolumenten per maand bij een 32-urige werkweek. Bij brief van 8 februari 2018 heeft Zoom.in werknemer bericht dat diens functie zou komen te vervallen vanwege het beëindigen van de bedrijfsactiviteiten van de Dutch desk. Zij heeft op 19 februari 2018 een aanvraag ontslagvergunning ingediend bij het UWV op grond van bedrijfseconomische redenen. Nadat werknemer verweer had gevoerd in de ontslagprocedure, heeft het UWV bij beslissing van 23 mei 2018 toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met werknemer uiterlijk 20 juni 2018 op te zeggen. Zoom.in heeft de arbeidsovereenkomst met werknemer bij brief van 7 juni 2018 opgezegd tegen 31 juli 2018. Een gesprek op 5 juli 2018 waarbij onder meer werknemer en zijn gemachtigde, alsmede de nieuwe CEO van Zoom.in aanwezig waren en waarbij de gemoederen hoog zijn opgelopen, is voortijdig beëindigd. Werknemer is vervolgens (met de aanzegging dat de hulp van de politie zou worden ingeroepen als hij dat niet zou doen) te verstaan gegeven dat hij het bedrijfspand vanZoom.in per direct diende te verlaten, aan welk verzoek hij gehoor heeft gegeven. Hierna is werknemer niet meer in het bedrijfspand van Zoom.in geweest. Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter geoordeeld, samengevat, dat de opzegging door Zoom.in niet in strijd met artikel 7:669 lid 3 BW heeft plaatsgevonden en dat Zoom.in niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten te handelen. In hoger beroep zien de grieven ondermeer op (1) het oordeel van de kantonrechter over de bedrijfseconomische noodzaak voor het ontslag en de aard van de functie van werknemer, (2) het oordeel over de herplaatsingsinspanningen van Zoom.in en of een passende functie voor werknemer bestond alsmede (3) de gestelde ernstige verwijtbaarheid van Zoom.in.
Oordeel
Bedrijfseconomische noodzaak
Werknemer heeft onvoldoende gemotiveerd betwist dat Zoom.in de in de UWV-beslissing genoemde grote verliezen heeft geleden, dat de vooruitzichten voor 2018 bij ongewijzigd beleid ook wezen op een te lijden verlies en dat ook de Dutch desk in 2017 verlies had gemaakt en voor 2018 verlies dreigde te maken. Zoom.in heeft daarom in redelijkheid kunnen besluiten de Dutch desk op te heffen, waarmee ook de functie van werknemer verviel. Werknemer heeft tegenover het UWV aangevoerd dat zijn functie een unieke en niet onderling uitwisselbare functie was.
Herplaatsingsmogelijkheden
Zoom.in heeft aangevoerd dat er voor de functies hoofdredacteur landendesk, Head of Magazine alsmede voor VJ-coördinatoren in de periode van de UWV-aanvraag en de in artikel 9 en 10 van de Ontslagregeling genoemde periode daarna, geen vacatures zijn geweest, noch te verwachten waren. Werknemer heeft dit standpunt niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd, weersproken. Het hof gaat er daarom van uit dat er voor deze functies in de desbetreffende periode geen vacatures (te verwachten) waren. Of met werknemer voldoende is gesproken over deze eventuele mogelijkheden of niet, kan daarmee in het midden blijven.
Ernstige verwijtbaarheid
Gelet op het langdurige dienstverband van werknemer had hij niet zonder zijn instemming op non-actief mogen worden gesteld en had hem de gelegenheid moeten worden gegeven zijn werkzaamheden voor Zoom.in af te ronden. Dat geldt temeer wat betreft de mogelijkheid tot het nemen van afscheid van zijn collega’s. In feite is werknemer onder de dreiging van het inroepen van de hulp van de politie weggestuurd en heeft hij aldus niet op passende wijze afscheid kunnen nemen van zijn collega’s. Terecht maakt werknemer Zoom.in van deze gang van zaken een verwijt. Dat brengt evenwel niet mee dat Zoom.in ten aanzien van het onderhavige ontslag ernstig verwijtbaar heeft gehandeld in de zin van artikel 7:682 lid 1 aanhef en sub b, BW. Werknemer heeft geen recht op een billijke vergoeding.