werknemer/DSS Beheer B.V. en Dutch Solar Systems B.V. & werknemer/DSS Beheer B.V.

Feiten

Werknemer is met ingang van 1 november 2008 in dienst getreden bij DSS B.V. Per 1 januari 2012 heeft DSS Beheer B.V., met instemming van werknemer, de arbeidsovereenkomst overgenomen. DSS Beheer is de bestuurder en enig aandeelhouder van DSS B.V. In de loop van het jaar 2018 is er spanning ontstaan tussen bestuurder X en mevrouw A, resulterend in het opzijschuiven van mevrouw A als bestuurder. Op 8 mei 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld. Met de advocaat van DSS B.V./DSS Beheer is contact geweest over de situatie bij DSS B.V. Werknemer is vervolgens per e-mail van 27 mei 2019 namens DSS B.V. op staande voet ontslagen. Daaraan is onder meer ten grondslag gelegd dat werknemer administratie heeft weggehaald, gelden zonder toestemming heeft overgeboekt en administratief medewerkers heeft proberen te bewegen een ongeoorloofde uitbetaling te doen en materialen die eigendom waren van DSS B.V. in zijn eigen woning heeft laten installeren. Werknemer heeft hierop gereageerd door middel van een dagvaarding. Bij vonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat DSS B.V. niet de werkgever is, maar DSS Beheer, zodat aan het door DSS B.V. gegeven ontslag op staande voet geen werking toekwam. Bij brief d.d. 11 juli 2019 is werknemer, nu namens DSS Beheer, wederom op staande voet ontslagen, waarbij dezelfde, en een aantal aanvullende redenen zijn benoemd. Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet en wedertewerkstelling. DSS B.V. en DSS Beheer verzoeken voorwaardelijk, te weten voor het geval het ontslag op staande voet wordt vernietigd, de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Oordeel

De kantonrechter gaat er in zijn beoordeling van uit dat DSS Beheer werkgever is van werknemer. Dat betekent in ieder geval dat het door DSS B.V. op 27 mei 2019 gegeven ontslag op staande voet niet kan standhouden, DSS B.V. was immers geen werkgever. De volgende vraag is of het door DSS Beheer gegeven ontslag op staande voet d.d. 11 juli 2019 vernietigd moet worden. Dit ontslag kan geen stand houden, omdat niet is voldaan aan de eis van onverwijlde mededeling. Het verweer van DSS Beheer dat haar eerst in de aanloop naar de kortgedingprocedure bekend werd dat zij door werknemer als werkgever werd aangemerkt en om die reden kon en mocht wachten op de beslissing in kort geding, kan haar niet baten. DSS Beheer wist althans zij had behoren te weten dat de arbeidsovereenkomst was overgenomen door DSS Beheer.

Ontbindingsverzoek

DSS Beheer heeft aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag gelegd dat sprake is van verwijtbaar handelen van werknemer en/of sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. De kantonrechter stelt allereerst vast dat sprake is van een opzegverbod maar dat dit gezien artikel 7:671b lid 6 BW niet in de weg staat aan ontbinding. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de feiten en omstandigheden die ten grondslag hebben gelegen aan het ontslag op staande voet geen redelijke grond op voor ontbinding. De kantonrechter loopt de meest in het oog springende verwijten af en concludeert dat het verzoek om de arbeidsovereenkomst op de e-grond te ontbinden wordt afgewezen. Bij de mondelinge behandeling is door de kantonrechter opgemerkt dat evident is dat de arbeidsverhouding is verstoord. Het verzoek op de g-grond wordt toegewezen, onder toekenning van de transitievergoeding. De kantonrechter ziet daarnaast aanleiding om een billijke vergoeding toe te kennen. Daarbij wordt meegewogen dat er bij het ontslag op staande voet geen sprake is geweest van hoor en wederhoor en DSS Beheer werknemer voor de tweede keer op staande voet heeft ontslagen, terwijl zij door de kantonrechter in kort geding al op de vingers was getikt. Aan werknemer wordt een billijke vergoeding van € 250.000 toegekend.