Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 16 juni 2020
ECLI:NL:RBOBR:2020:3050
Feiten
Scientia is een wereldwijde IT-dienstverlener en marktleider op het gebied van academische roostering- en resource management software. Scientia is voornemens om op termijn nieuwe roosteroplossing- en resource managementsoftware uit te brengen (hierna: Anywhere). Werknemer is op 1 juli 2007 in dienst getreden bij Scientia en is sinds maart 2018 werkzaam in de functie van Head of European Business/International Sales Manager. Werknemer dient roostering- en resource managementsoftware en -services te verkopen aan bestaande en nieuwe klanten. In de loop van 2018 heeft het senior management van Scientia geprobeerd een aantal interne processen aan te pakken die hebben geleid tot vertragingen in de ontwikkeling van onder meer Anywhere. Scientia probeerde in dat verband onder meer op de rem te trappen bij het salesteam van werknemer, dat toezeggingen deed die het developmentteam moeilijk kon nakomen. SSI is een van de gebruikersgroepen die Scientiasoftware gebruiken en bestaat uit senior managers van elf Nederlandse universiteiten. Op een gebruikersconferentie in maart 2019 klaagden SSI-universiteiten, behorend tot het klantenbestand van werknemer, woedend dat ze plotseling waren uitgesloten van de communicatie over Anywhere. Op 3 mei 2019 ontving Scientia een brief van SSI, die in kopie gestuurd is naar alle Nederlandse universiteiten, waarin werd gesuggereerd dat er fundamentele problemen zijn binnen Scientia en dat Scientia’s product niet langer beschikbaar of functioneel is. Dit heeft geleid tot wijdverbreide onrust bij de klanten van Scientia. Werknemer is op 9 mei 2019 per brief geschorst vanwege bevindingen en verdenkingen van betrokkenheid bij de grote onrust in de Europese markt. Op 12 juni, 20 juni, 9 augustus en 29 augustus 2019 is werknemer geïnterviewd over de kwestie. Daarna zette Scientia, buiten het gezichtsveld van werknemer, het onderzoek voort. Op 22 november 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld. Het onderzoek dat Scientia in mei 2019 is gestart, is nog niet afgerond en is inmiddels enorm uitgedijd. Werknemer verzoekt de kantonrechter de tussen hem en Scientia bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden en voor recht te verklaren dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Scientia. Daarnaast verzoekt werknemer een transitievergoeding ter hoogte van € 49.247 en een billijke vergoeding ter hoogte van € 210.000.
Oordeel
De kantonrechter vindt dat de ontstane onrust in de markt voldoende uit de gedingstukken blijkt en dat de zorg van Scientia over die onrust gerechtvaardigd was. De eveneens gerechtvaardigde wens van Scientia om de onrust in de markt te stoppen en de rol van werknemer bij het ontstaat daarvan te onderzoeken, vormt naar het oordeel van de kantonrechter een voldoende gegronde reden om werknemer te schorsen. De kantonrechter heeft daarbij nog belang gehecht aan de opmerking van Scientia dat zij het mede nodig vond om werknemer uit het werk te halen, omdat de onrust alleen heerste bij klanten in zijn werkgebied. Het onderzoek naar de rol van werknemer bij de ontstane onrust is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende voortvarend van start gegaan. Vanaf 29 augustus 2019 is werknemer echter geconfronteerd geweest met radiostilte van de zijde van Scientia. De kantonrechter is van oordeel dat Scientia zich had moeten realiseren dat een schorsing voor een werknemer een grote uitwerking heeft, ook als deze niet het karakter heeft van een disciplinaire maatregel en er loondoorbetaling plaatsvindt. Dit geldt zeker als de handelwijze van de geschorste werknemer onderwerp is van een uitgebreid extern onderzoek en hem ernstige verwijten kenbaar zijn gemaakt. Scientia had werknemer niet een aantal maanden in het ongewisse mogen laten en had hem ten minste periodiek moeten informeren over de stand van zaken. Vervolgens heeft werknemer zich eind november 2019 ziek gemeld met psychische klachten. Scientia heeft werknemer door haar beslissing hem niet lastig te vallen nog langer in het ongewisse gelaten, terwijl zij ervan op de hoogte was gesteld dat de spanning hem parten was gaan spelen. Dit valt Scientia te verwijten. Daarnaast verzet Scientia zich tegen de door werknemer gewenste ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Indien de arbeidsovereenkomst in stand blijft, heeft Scientia immers een rechtsbasis om van werknemer te verlangen zijn medewerking te verlenen aan het onderzoek dat voorlopig nog niet afgerond lijkt te zijn. Deze bedrijfseconomische en processtrategische belangen van Scientia onderkent de kantonrechter weliswaar maar deze belangen wegen naar haar oordeel niet op tegen het belang van werknemer om (na zo lange tijd) duidelijkheid te verkrijgen over zijn positie binnen Scientia. De pijn/last die werknemer ondervindt van zijn langdurige schorsing, waaronder de psychische klachten die uit de rapportages van de bedrijfsarts spreken, en de omstandigheid dat zijn carrière stil staat, rechtvaardigen dat er knopen worden doorgehakt over de vraag waar Scientia in de arbeidsrelatie met werknemer heen wil. Uit de stellingen van partijen en uit wat daarop is toegelicht tijdens de mondelinge behandeling volgt dat er inmiddels over en weer een sfeer van ernstig wantrouwen is ontstaan, met een verstoorde arbeidsverhouding tot gevolg. Gelet op alle eerdergenoemde omstandigheden oordeelt de kantonrechter de verstoorde arbeidsverhouding van dien aard dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Scientia is echter met haar verdenkingen/beschuldigingen jegens werknemer of haar handelwijze gedurende zijn schorsing, nergens zodanig over de schreef gegaan dat dit de conclusie kan rechtvaardigen dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten aan haar zijde. Vorenstaande betekent dat de gevraagde verklaring voor recht zal worden afgewezen en dat er voor de gevraagde transitievergoeding en de billijke vergoeding geen grond is.