Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 3 november 2020
ECLI:NL:GHSHE:2020:3426
Voldoende aannemelijk is dat werknemer het relatiebeding en mogelijk ook het concurrentiebeding heeft overtreden.

Feiten

Werknemer is op 22 augustus 2011 bij werkgever in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst was een relatie- en concurrentiebeding opgenomen. Per 1 augustus 2016 heeft werknemer die overeenkomst opgezegd. Vanwege het concurrentiebeding is werknemer gaan werken buiten de branche. Medio september 2016 heeft werkgever werknemer verzocht weer bij hem in dienst te treden. Op 19 september 2016 is werknemer opnieuw in dienst getreden. Partijen twisten erover of toen ook een concurrentie- en een relatiebeding is overeengekomen. In september/oktober 2018 is werknemer benoemd tot chef werkplaats en heeft hij een salarisverhoging gekregen. Eind april 2019 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 juni 2019. Werknemer heeft op 1 april 2018 een eenmanszaak opgericht. Werkgever heeft werknemer bij brief van 2 april 2020 gesommeerd om (concurrerende) werkzaamheden te staken en boetes te betalen. Werknemer heeft dat geweigerd en werkgever heeft vervolgens dit kort geding aanhangig gemaakt. De kantonrechter heeft werknemer veroordeeld het concurrentie- en relatiebeding na te komen op straffe van een dwangsom en werknemer veroordeeld € 100.000 te betalen als voorschot op verbeurde boetes. Werknemer komt tegen dat vonnis in hoger beroep.

Oordeel

Volgens werknemer is geen concurrentie- en relatiebeding overeengekomen. Werkgever heeft zich beroepen op een arbeidsovereenkomst, waarin wel dergelijke bedingen zijn vermeld. Het hof brengt in herinnering dat in deze procedure geen plaats is voor nader feitenonderzoek. Het hof kan niet precies gaan onderzoeken wat partijen zijn overeengekomen en het gaat er in dit kort geding om wat aannemelijk is. Werknemer heeft ter zitting verklaard dat de handtekening op het getoonde document, zijn handtekening is. Het hof acht daarom vooralsnog bewezen dat de bedingen zoals vermeld in het getoonde document met werknemer zijn overeengekomen. Dat verschillende pagina’s van het document niet zijn voorzien van een paraaf acht het hof in dit kort geding van onvoldoende belang.

Zwaarder drukken

Volgens werknemer zijn de bedingen niet meer geldig, omdat deze opnieuw met hem overeengekomen hadden moeten worden toen hij promotie maakte. Werkgever heeft betwist dat de wijziging van de functie heeft geleid tot een verzwaring van de bedingen. Het hof begrijpt dat werknemer meer verantwoordelijkheden kreeg als chef werkplaats, maar vooralsnog kan het hof er niet van uit gaan dat de bedingen zwaarder zijn gaan drukken.

Zijn de bedingen overtreden?

Het hof acht niet aannemelijk dat de bodemrechter het woord ‘regio’ in het concurrentiebeding zo beperkt zal opvatten als zijnde de gemeente Voerendaal. Naar normaal spraakgebruik omvat ‘regio’ een groter gebied dan een gemeente. Verder oordeelt het hof dat, wat ook de beslissing zal zijn van de bodemrechter over het concurrentiebeding, vaststaat dat werknemer het relatiebeding heeft overtreden. Het hof gaat er in deze kortgedingprocedure van uit dat werknemer de bedingen zo vaak heeft overtreden dat hij in ieder geval voor € 100.000 aan boetes heeft verbeurd. Verder is geen sprake van rechtsverwerking. Het hof ziet ook geen reden om op dit moment de bedingen te schorsen. De bedingen zijn overeengekomen en werkgever heeft groot belang bij nakoming. Voor matiging van de boete is in kort geding bovendien geen plaats. Wel matigt het hof het toegewezen voorschot naar € 35.000.