Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Attijriwafa Bank Europe S.A.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 11 mei 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:1366
Hoger beroep mag ook worden gebruikt om eigen verzuimen te herstellen. Het hof stelt werknemer hiertoe in de gelegenheid en heropent het getuigenverhoor.

Feiten

Werknemer is op 1 september 1994 in dienst getreden van ABE. Sinds 2016 staat ABE onder verscherpt toezicht van De Nederlandsche Bank (DNB). Begin 2018 heeft DNB een integriteitsonderzoek bij ABE uitgevoerd waarbij opnieuw is vastgesteld dat de wettelijke vereisten met betrekking tot het cliëntenonderzoek structureel en stelselmatig niet werden nageleefd. Naar aanleiding hiervan heeft ABE een Improvement Plan of Action opgesteld, waarvan onder meer onderdeel was een analyse achteraf van hoogrisicocliëntendossiers. Ter uitvoering van de analyse is begin 2019 een taskforce ingesteld, “de Cellule”, waarvan onder andere werknemer deel uitmaakte. In opdracht van ABE heeft een extern onderzoeksbureau, DP, de door ABE uitgevoerde klantonderzoeken gecontroleerd. Bij e-mail van 30 oktober 2019 heeft de Compliant Consultant bij DPA, X, aan ABE geschreven dat was ontdekt dat in een dossier op een CAF-formulier de handtekening van de cliënt was gekopieerd uit een ander document en dat vervolgens in acht van dertien willekeurig uitgekozen dossiers – die al waren beoordeeld door de Cellule – dat ook is geconstateerd. ABE heeft vervolgens gesprekken gevoerd met drie baliemedewerkers en aansluitend met werknemer. Op 8 november 2019 is werknemer op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief staat – kort gezegd – dat hij handtekeningen van klanten in het verleden op CAF-klantformulieren had geplaatst om vervolgens te kopiëren naar de nieuwe CAF-klantformulieren zonder dat die klanten zijn uitgenodigd of gezien. Werknemer heeft in eerste aanleg vernietiging van het ontslag en wedertewerkstelling verzocht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet geen stand hield. De overeenkomst is wel ontbonden op de e-grond, zonder toekenning van een transitievergoeding. Werknemer komt op tegen de beschikking.

Oordeel

Allereerst oordeelt het hof dat – anders dan werknemer stelt – nergens uit blijkt dat ABE werknemer de functie van compliance officer heeft afgenomen. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat werknemer laatstelijk in de functie van compliance officer bij ABE werkzaam was. De overige grieven komen op tegen de door de kantonrechter gegeven en geformuleerde bewijsopdracht en de waardering van de getuigenverklaringen in de eindbeschikking die tot het oordeel heeft geleid dat werknemer (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld met ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn tot gevolg. Werknemer heeft het hof verzocht hem toe te laten om (alsnog) zichzelf, A en B als getuigen te doen horen. Het hof begrijpt het verzoek aldus dat werknemer alsnog gebruik wenst te maken van de gelegenheid getuigen in contra-enquête te doen horen. Nu het hoger beroep ook mag worden gebruikt om eigen verzuimen te herstellen zal het hof werknemer hiertoe in de gelegenheid stellen en het getuigenverhoor heropenen. Anders dan werknemer heeft betoogd, is de door de kantonrechter gegeven en geformuleerde bewijsopdracht juist. Aldus draagt ABE de bewijslast van haar stelling dat werknemer aan A, B en C opdracht heeft gegeven tot, althans uitleg heeft gegeven over het kopiëren van handtekeningen van cliënten op oude documenten in/naar CAF-formulieren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.