Feiten

In het tussenarrest van 28 april 2020 heeft het hof Box c.s. in de gelegenheid gesteld bij memorie nader te onderbouwen dat werknemer ten tijde van het arrest van dit hof van 15 augustus 2017 (hierna: het dwangsommenarrest) over bescheiden of gegevens beschikte die vallen onder de veroordelingen. Box c.s. heeft die memorie genomen, waar werknemer op heef gereageerd. De vraag die nu moet worden beantwoord, is of werknemer dwangsommen heeft verbeurd door niet te voldoen aan datgene waartoe hij veroordeeld is in het dwangsommenarrest.

Oordeel

Box c.s. stelt dat werknemer ten tijde van het dwangsomarrest onder meer de beschikking had over gegevensdragers die gegevens bevatten die onder het bereik van de veroordelingen van het dwangsommenarrest vallen. Box c.s. stelt dat deze gegevensdragers bij werknemer in beslag zijn genomen en vervolgens aan werknemer zijn teruggegeven op 16 maart 2017. Het hof is van oordeel dat werknemer onvoldoende gemotiveerd heeft betwist dat hij ten tijde van het dwangsommenarrest beschikte over gegevensdragers die vallen onder de reikwijdte van de veroordelingen uit het dwangsommenarrest, zodat het hof aan bewijslevering op dit punt niet toekomt. Werknemer heeft niet weersproken dat hij ten tijde van het dwangsommenarrest nog beschikte over de harde schijf van het merk Western Digital Elements 10b8 (SVO 13). Werknemer heeft op geen enkele wijze concreet onderbouwd dat deze is vernietigd. Daar komt nog bij dat het er voor moet worden gehouden dat werknemer ten tijde van het dwangsommenarrest nog beschikte over de laptop van het merk Dell en een gegevensdrager. Box c.s. heeft gemotiveerd gesteld dat elk van de bovengenoemde gegevensdragers gegevens of bestanden bevat die aan Box c.s. toebehoren. Werknemer heeft dan ook in strijd gehandeld met (een deel van) het arrest. Het hof overweegt verder dat uit het voorgaande volgt dat werknemer verplicht is om aan Box c.s. een geldsom te betalen, zodat de deurwaarder gerechtigd is ten laste van hem beslag te leggen in de zin van artikel 475g Rv. Het hof zal, gelet op het verzoek van Box c.s. en het standpunt van werknemer, verder bepalen dat het werknemer is verboden om aan derden mededelingen te doen omtrent de inhoud van de in dit geding in hoger beroep gewisselde processtukken en producties, met uitzondering van mededelingen gedaan binnen het kader van een gerechtelijke procedure.