Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 10 maart 2021
ECLI:NL:RBNNE:2021:2997
Feiten
PFZW is een bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Pensioenwet. De deelneming in PFZW is voor werkgevers en werknemers in de sector Zorg en Welzijn verplicht gesteld op grond van de Wet Bpf 2000. Vanaf 22 december 2006 bepaalt het verplichtstellingsbesluit (voor zover hier van belang) dat de deelneming in PFZW onder meer verplicht is voor werkgevers in het welzijnswerk en de maatschappelijke dienstverlening. FSAN is een koepelorganisatie met verschillende doelstellingen en is opgericht in 1994. FSAN heeft tot en met 1999 subsidie ontvangen op basis van de Welzijnswet. Sinds 1999 ontvangt zij geen algemene structurele subsidie meer, maar subsidies op projectbasis van verschillende ministeries. Bij brief van 28 maart 1996 heeft de heer X van FSAN, FSAN aangemeld bij PFZW. PFZW heeft bij brief van 23 juli 1996 vastgesteld dat FSAN voldoet aan de voorwaarden genoemd in het verplichtstellingsbesluit en per 1 april 1996 verplicht is aangesloten. PFZW kondigt in de brief aan dat zij FSAN medio augustus 1996 een premienota zal sturen. PFZW heeft dit niet gedaan. In 2003 heeft PFZW FSAN driemaal schriftelijk verzocht om de bij PFZW bekende gegevens omtrent de activiteiten en functionarissen van FSAN te controleren en zo nodig aan te vullen of te wijzigen. FSAN heeft hier geen gehoor aan gegeven. In 2007 heeft PFZW FSAN per e-mail om nadere informatie gevraagd. In maart 2018 heeft PFZW FSAN twee facturen gestuurd voor pensioenpremie over maart en april 2018. Naar aanleiding van deze facturen heeft FSAN contact met PFZW opgenomen en is tussen partijen gecorrespondeerd over de vraag of FSAN vanaf 1996 wel of niet onder de verplichtingstelling van PFZW valt. FSAN vordert een verklaring voor recht dat zij niet onder de werkingssfeer van de verplichtingstelling van PFZW valt.
Oordeel
Is er sprake van verjaring van (een deel van) de vordering of rechtsverwerking?
De kantonrechter acht in dit geval voldoende komen vast te staan dat PFZW al vanaf 1996 bekend was met de verplichte deelneming van FSAN in het pensioenfonds, zodat de verjaringstermijn van vijf jaar geldt. PFZW heeft vanaf 1996 verzuimd (ambtshalve) premienota’s aan FSAN te sturen. Zij is hier eerst bij brief van de deurwaarder van 23 april 2018 toe overgegaan. Deze brief moet worden beschouwd als stuitingshandeling, nu FSAN hieruit kon begrijpen dat PFZW van mening is dat zij jegens FSAN een vordering heeft ter zake van premieachterstand. Dit leidt er op grond van artikel 3:308 BW toe dat de vordering van PFZW tot 23 april 2013 is verjaard. De door FSAN gevorderde verklaring voor recht is in zoverre toewijsbaar.
Vallen de activiteiten van FSAN onder de werkingssfeer van de verplichtstelling?
Het staat tussen partijen vast dat sprake is van verplichte deelname aan PFZW indien FSAN voldoet aan de volgende vijf voorwaarden: (1) FSAN moet een rechtspersoon zijn, (2) FSAN moet haar inkomsten geheel of ten dele direct of indirect ontvangen van de overheid, (3) FSAN moet een werkgever zijn in het welzijnswerk en de maatschappelijke dienstverlening, (4) FSAN verleent maatschappelijke zorg of hulp in de vorm van sociaal-cultureel werk en/of welzijn minderheden, vluchtelingen en asielzoekers en (5) FSAN moet voor meer dan 50% van de inkomsten maatschappelijke zorg of hulp verlenen. Aan de eerste en de tweede vereiste is voldaan. Op basis van de eigen opgave van FSAN kan worden vastgesteld dat zij een werkgever is in het welzijnswerk en de maatschappelijke dienstverlening (derde vereiste). Zij verleent maatschappelijke zorg of hulp in de vorm van welzijn minderheden, vluchtelingen en asielzoekers zoals omschreven in het verplichtstellingsbesluit onder g3 (vierde vereiste). Verder is uit stukken gebleken dat FSAN vanaf 2013 tot en met 2018 voor meer dan 50% van haar inkomsten maatschappelijke zorg of hulp heeft verleend in het kader van projecten die zijn gericht op het uitbannen van VGV. Dit alles heeft tot gevolg dat FSAN over de periode van 23 april 2013 tot 1 januari 2016 en de jaren 2017 en 2018 onder de werkingssfeer van de verplichtstelling van PFZW valt.