Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/ATTIJARIWAFA BANK EUROPE S.A.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28 juni 2022
ECLI:NL:GHAMS:2022:1870
Ontbinding e-grond. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door andere medewerkers opdracht te geven om handtekeningen te kopiƫren van oude documenten in c.q. naar CAF-formulieren. Getuigenverhoren.

Feiten 

Bij beschikking van 14 februari 2020 heeft de kantonrechter Attijariwafa bank Europe (hierna: ABE) toegelaten om te bewijzen dat werknemer aan D, B en A de opdracht heeft gegeven tot althans uitleg heeft gegeven over het kopiëren van handtekeningen van cliënten op oude documenten in c.q. naar Client Acceptation Forms (hierna: CAF-formulieren). In de tussenbeschikking heeft het hof geoordeeld dat de door de kantonrechter gegeven en geformuleerde bewijsopdracht juist is. ABE heeft ter uitvoering van deze bewijsopdracht op 9 maart 2020 D en A als getuigen doen horen en E als partijgetuige. Werknemer heeft afstand gedaan van het recht om in contra-enquête getuigen te doen horen. De kantonrechter heeft bij beschikking van 7 mei 2020 als vaststaand aangenomen dat werknemer opdracht heeft gegeven aan (ten minste) D en A om handtekeningen van cliënten uit oude dossiers te knippen en te plakken in de CAF-formulieren. Bij de tussenbeschikking van 11 mei 2021 heeft het hof werknemer alsnog de gelegenheid gegeven om in contra-enquête getuigen te doen horen. Werknemer heeft van deze mogelijkheid gebruikgemaakt en D, B en A gehoord.

Oordeel 

Met bovenstaande getuigenverklaringen heeft ABE naar het oordeel van het hof bewezen dat werknemer aan D, B en A opdracht heeft gegeven tot, althans uitleg heeft gegeven over het kopiëren van handtekeningen van cliënten op oude documenten in c.q. naar CAF-formulieren. A heeft verklaard dat werknemer hem op 8 maart 2019 heeft laten zien hoe hij de handtekening van de cliënt uit het systeem kon kopiëren in het CAF-formulier. B heeft verklaard dat werknemer op 8 maart 2019 van de twintig dossiers die aanwezig waren vijf dossiers heeft genomen en daarvan de handtekeningen heeft gescand. Omdat die handtekeningen te groot waren heeft werknemer laten zien hoe die handtekeningen verkleind konden worden. D heeft tot slot verklaard dat werknemer haar heeft gevraagd om oude digitale handtekeningen te kopiëren in de CAF-formulieren en dat hij haar heeft laten zien hoe zij dat moest doen. De verklaring van werknemer dat hij B en A slechts uitleg heeft gegeven over vijf non-conforme dossiers legt onvoldoende gewicht in de schaal om het hiervoor bedoelde bewijs te ontkrachten. Genoegzaam is vast komen te staan dat er acht handtekeningen op CAF-formulieren zijn vervalst en dat ABE heeft bewezen dat dit door toedoen van werknemer is ontstaan. Uit hoofde van zijn functie als compliance officer wist werknemer dat deze handelwijze niet was toegestaan. Dat klemt temeer daar ABE sinds 2016 onder verscherpt toezicht stond van De Nederlandsche Bank. Werknemer heeft dan ook ernstig verwijtbaar gehandeld in de zin van artikel 7:669 lid 3 sub e BW. De kantonrechter heeft daarom terecht de arbeidsovereenkomst ontbonden. Aan werknemer komt geen transitievergoeding toe en hij heeft ook geen recht op een billijke vergoeding.