Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 11 oktober 2022
ECLI:NL:GHDHA:2022:1952
Feiten
In een tussenuitspraak heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het voornemen tot herstel van de arbeidsovereenkomst door middel van aktes. Werknemer is werkzaam in de functie van metrobestuurder en is met de metro gaan rijden toen een passagier met zijn arm tussen de deuren van de metro vast zat. Het hof heeft - na verwijzing van de Hoge Raad - beoordeeld of sprake is van zodanig verwijtbaar handelen van de werknemer dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden. Volgens GVB Exploitatie BV (hierna: GVB) heeft werknemer niet verzocht de arbeidsovereenkomst te herstellen en is dit wel noodzakelijk om daartoe over te gaan. In de verzoeken van werknemer is niet te lezen dat wordt verzocht dat de rechter de arbeidsovereenkomst zelf herstelt. Een verzoek dat de rechter zelf overgaat tot herstel van de arbeidsovereenkomst dient expliciet te worden gedaan op grond van artikel 3:300 BW. Dat is hier niet het geval.
Oordeel
Het hof komt terug op het voornemen en zal GVB veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen per 1 november 2018. De financiële gevolgen voor GVB zijn naar het oordeel van het hof niet onevenredig in verhouding tot het belang van werknemer. GVB is eigenrisicodrager voor de WW. De WW-uitkering over de periode dat werknemer werkloos is geweest komt voor rekening van GVB. GVB mag dit verrekenen met de loonvordering van werknemer. Vanaf 1 november 2018 heeft werknemer recht op betaling van loon, inclusief de cao-verhogingen en emolumenten, en op de afdracht van pensioenpremies. Dat werknemer gedurende de periode dat hij bij Securitas in dienst is getreden (vanaf 6 januari 2021) niet beschikbaar was voor arbeid bij GVB ligt, gelet op de onterechte ontbinding van de arbeidsovereenkomst, in de risicosfeer van GVB. Het hof zal met het loon dat werknemer van Securitas heeft genoten wel rekening houden door te bepalen dat dit loon in mindering strekt op wat GVB aan hem dient te betalen. Op wat GVB aan werknemer bruto als loon dient te betalen strekt in mindering wat werknemer bruto aan (i) WW-uitkeringen en (ii) aan loon bij Securitas heeft ontvangen. De van de gemeente ontvangen bijstandsuitkering komt niet voor verrekening in aanmerking, nu het gelet op de aard van deze uitkering in de lijn der verwachting ligt dat werknemer deze volledig zal moeten terugbetalen, gelet op het oordeel van het hof dat hij met terugwerkende kracht vanaf datum ontslag recht heeft op loon. GVB is eigenrisicodrager van de WW en moet in staat worden geacht om in overleg met werknemer vast te stellen welk bedrag aan WW-uitkering in mindering dient te strekken. Werknemer zal aan GVB openheid van zaken moeten geven over het loon dat hij van Securitas heeft ontvangen tot de datum van herstel. Indien werknemer aantoont dat hij een bedrag van € 640 aan studiekosten aan Securitas heeft betaald, dan komt dit netto voor rekening van GVB. GVB dient bruto/netto-specificaties van de nabetalingen te verstrekken, evenals jaaropgaven over de verstreken jaren. Werknemer moet de aan hem uitgekeerde transitievergoeding terugbetalen, in die zin dat die vergoeding bruto in mindering wordt gebracht op wat werknemer nog bruto van GVB dient te ontvangen. Het hof neemt hierbij als uitgangspunt dat werknemer geen nadeel ondervindt en dat GVB bij de verrekening van een en ander daarmee rekening zal houden. Het verzoek om wedertewerkstelling wordt toegewezen onder de voorwaarde dat werknemer de door GVB gestelde voorwaarde dat werknemer de opleidingen en keuringen succesvol doorloopt. Het moet wel gaan om opleidingen en keuringen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de functie op grond van de wet- of regelgeving. Van GVB mag als goed werkgever wel worden verwacht dat werknemer de nodige tijd en gelegenheid krijgt om aan deze eisen te voldoen. De aanhangig gemaakte procedure van GVB bij de Centrale Raad van Beroep over de WW-uitkering van werknemer is ingetrokken door GVB. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en bepaalt onder meer dat de arbeidsovereenkomst van werknemer met ingang van 1 november 2018 wordt hersteld.