Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 2 februari 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:338
Kort geding. Detacheringsovereenkomst tijdens re-integratie opgezegd door inlener. Vordering toelating tot de werkzaamheden en afgifte laptop/telefoon wordt afgewezen. Subsidiaire vordering toelating tot terrein inlener wordt toegewezen.

Feiten

Werkneemster is in dienst van de uitvoeringsorganisatie van een gemeente. In het kader van haar re-integratie is werkneemster na bemiddeling door een tussenpersoon met ingang van 8 maart 2022 voor zes maanden gedetacheerd bij de inlener (gedaagde) op basis van een detacheringsovereenkomst. De detacheringsovereenkomst is onder dezelfde voorwaarden verlengd voor zes maanden. Vanaf september 2022 is werkneemster haar werkzaamheden voor het ene team gaan afbouwen en gestart met werkzaamheden voor een nieuw opgericht team. De verdeling van de werkzaamheden is meermaals onderwerp van gesprek geweest tussen werkneemster en haar leidinggevende. Tijdens een evaluatiegesprek heeft werkneemster te horen gekregen dat de detachering zal worden beëindigd. Tijdens het vervolggesprek raakte werkneemster emotioneel, waarbij zij haar laptop en telefoon heeft ingeleverd. Werkneemster heeft vervolgens de kamer verlaten. De leidinggevende heeft werkneemster daarna direct uit dienst gemeld en haar account laten afsluiten. Werkneemster vordert afgifte van de ingenomen laptop en telefoon en toelating tot de overeengekomen werkzaamheden.

Oordeel

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Op grond van de detacheringsovereenkomst kan de overeenkomst tussentijds worden beëindigd, onder meer door schriftelijke opzegging door een van de partijen met een maand opzegtermijn in geval niet in redelijkheid van haar kan worden gevergd de overeenkomst voort te zetten. De voorzieningenrechter acht het op basis van verschillende gespreksverslagen voorshands voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure wordt geoordeeld dat de communicatie en samenwerking zodanig zijn verslechterd, dat van de inlener in redelijkheid niet gevergd kan worden de detacheringsovereenkomst voort te zetten. Dit betekent dat de primaire vordering tot afgifte van de laptop en de telefoon en tot toelating tot de werkzaamheden zal worden afgewezen. Over de subsidiaire vordering, toestaan dat werkneemster het terrein en het gebouw van de inlener betreedt in het kader van haar sollicitatiepogingen, overweegt de voorzieningenrechter dat, voor zover het gaat om de feitelijke toegang in verband met (lopende) sollicitaties en contacten, het van belang is dat uit het verweer van de inlener niet blijkt welk risico of nadeel is te verwachten van de aanwezigheid van werkneemster op het terrein van de inlener. De subsidiaire vordering wordt toegewezen.