Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 31 oktober 2023
ECLI:NL:GHAMS:2023:2838
Feiten
Werknemer is op is op 1 december 2021 voor de duur van een jaar bij XPeng Motor (Netherlands) B.V. (‘XPeng’) in dienst getreden als Store Manager. Op 8 april 2022 heeft een HR-manager verschillende klachten ontvangen over werknemer. Werknemer zou racistische, seksistische en homofobe opmerkingen maken. Naar aanleiding daarvan is werknemer op 11 april 2022 uitgenodigd voor een gesprek en is aangekondigd dat onderzoek zou worden gedaan naar de klachten. Werknemer is gedurende deze periode geschorst. Later zijn 15 collega’s gehoord omtrent de klacht en het gedrag van werknemer. Een aantal van deze collega’s heeft verklaard dat werknemer ongepaste opmerkingen en grappen maakte. XPeng heeft een “Detailed report on misconduct report”, gedateerd 22 april 2022, overgelegd, waarin opgesomd is wat in de door XPeng overgelegde verklaringen staat. Dit rapport is voorafgaand aan de procedure in eerste aanleg niet aan werknemer overgelegd. Op 25 april 2022 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer heeft de kantonrechter in eerste aanleg verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen. Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter geoordeeld dat de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen onvoldoende grond voor een ontslag op staande voet vormen. XPeng heeft de kwestie rondom de klachten over het gedrag van werknemer onvoldoende zorgvuldig aangepakt. Het gedrag van werknemer was bovendien niet zodanig dat XPeng hem daarop niet had kunnen aanspreken en hem niet een (laatste) kans had kunnen geven zijn gedrag te verbeteren. Het ontslag op staande voet is door de kantonrechter vernietigd. Daarbij is geoordeeld dat werknemer vanaf 1 januari 2022 aanspraak heeft op een loonsverhoging van 1% op grond van de cao voor het motorvoertuigen en tweewielerbedrijf (hierna: de cao). XPeng valt volgens de kantonrechter onder de werkingssfeerbepaling van deze cao, omdat zij zich bezighoudt met het etaleren van motorvoertuigen met de bedoeling die aan het publiek te verkopen. Tegen voornoemde beslissingen van de kantonrechter komt XPeng op.
Oordeel
XPeng bestrijdt allereerst het oordeel van de kantonrechter dat werknemer aanspraak kan maken op een cao-loonsverhoging van 1%. XPeng betoogt dat de kantonrechter de werkingssfeerbepaling van de nieuwe cao onterecht heeft toegepast en dat de oude cao, met een beperktere werkingssfeerbepaling, van toepassing is. Het hof is het met XPeng eens en oordeelt dat de werkingssfeerbepaling van de nieuwe cao onjuist is toegepast. Het hof stelt vast dat de activiteiten van XPeng niet onder de oude cao vallen, omdat tot juli 2022 nog geen auto's waren verkocht. Het feit dat XPeng showroommodellen toonde en inschrijvingen voor auto's accepteerde, wordt niet gelijkgesteld aan daadwerkelijke verkoop. Daarom heeft werknemer geen recht op de cao-loonsverhoging. Het hof veroordeelt werknemer tot terugbetaling van de ontvangen 1% loonsverhoging over de periode van 1 januari 2022 tot 1 september 2022, vermeerderd met wettelijke verhoging en wettelijke rente. Verder betwist XPeng het oordeel van de kantonrechter dat geen sprake is van een dringende reden. Het hof gaat echter ook aan deze klacht voorbij. Hoewel verwijtbaar levert het handelen van werknemer namelijk geen dringende reden voor ontslag op staande voet op. Ook behoudt werknemer aanspraak op de immateriële schadevergoeding, ter hoogte van € 1.000. Nu het handelen van werknemer tot slot niet kwalificeert als ernstig verwijtbaar handelen, heeft de kantonrechter terecht geoordeeld dat aan werknemer een transitievergoeding zou toekomen.