Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 6 november 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:8559
Feiten
Werkneemster is op 1 april 2023 voor bepaalde tijd in dienst getreden van Triple A.A.A. Zorg (hierna: Triple A) in de functie van woonbegeleider. Op 19 juni 2023 is werkneemster mondeling op staande voet ontslagen. Bij brief van 20 juni 2023 is het ontslag schriftelijk bevestigd. In de ontslagbrief staat dat werkneemster is ontslagen wegens ‘tijdsfraude/valse urenregistratie’. Volgens Triple A is gebleken dat werkneemster meermaals cliënten niet heeft bezocht, hoewel zij beweerde hier wel te zijn geweest en dit ook registreerde. Volgens Triple A gaat het niet om incidenten, maar om het frequent niet uitvoeren van de overeengekomen werkzaamheden. Werkneemster berust in het ontslag, maar verzoekt om toekenning van de gefixeerde vergoeding, de transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Indien het door Triple A gestelde scenario juist is, heeft werkneemster Triple A misleid over bezoeken bij cliënten. Een dergelijke misleiding kan in beginsel een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Werkneemster heeft een en ander gemotiveerd betwist. De kantonrechter komt tot de conclusie dat uit hetgeen Triple A heeft aangevoerd niet is gebleken dat werkneemster niet naar de cliënten is gegaan, zoals Triple A stelt. Aangezien op Triple A de stelplicht en bewijslast rust dat er een dringende reden is voor ontslag op staande voet, zal zij, conform haar bewijsaanbod, worden toegelaten te bewijzen dat werkneemster de cliëntbezoeken niet heeft afgelegd. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.