Feiten

Werknemer 1 en 2 zijn op 1 september 2009 in dienst getreden bij Elof Hanssen Fiber B.V. (hierna: Elof Hansson) in de functie van managing director respectievelijk vicepresident. De arbeidsovereenkomsten tussen (laatstelijk) Elof Hansson en werknemer 1 en werknemer 2 bevatten een geheimhoudingsbeding. Op 30 augustus 2019 hebben zij hun arbeidsovereenkomsten met Elof Hansson opgezegd per 1 oktober 2019. Bij brieven van 3 en 6 september 2019 heeft Elof Hansson de opzeggingen bevestigd en hun gewezen op de voortdurende verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst. In oktober 20219 zijn werknemers in dienst getreden bij Cellmark Netherlands B.V. (hierna: Cellmark). Cellmark is een concurrent van Elof Hansson. Tussen september en december 2019 zijn tien werknemers van Elof Hansson naar Cellmark overgestapt. Uit de Forensic Risk Alliance (FRA)-rapporten is gebleken dat werknemer 1 diverse documenten naar zijn privé-e-mailadressen heeft gestuurd of op een USB-stick heeft gezet. Ook volgt uit die rapporten dat werknemer 2 in dezelfde periode diverse documenten op USB-sticks heeft gezet. Op 27 november 2019 is bewijsbeslag gelegd op deze documenten. Op 28 november 2019 heeft Elof Hansson besloten haar bedrijfsactiviteiten per 31 mei 2020 te beëindigen. De kantonrechter heeft voor recht verklaard dat werknemer 1 en werknemer 2 het geheimhoudingsbeding hebben geschonden waarbij hij ervan uit is gegaan dat zij gegevens en informatie van/over Elof Hansson hebben meegenomen en/of gedeeld. De kantonrechter heeft onder meer de informatie ingedeeld naar onderwerp en heeft naar rato van het aantal onderwerpen het aantal schendingen vastgesteld en ten laste van werknemer 1 een boetebedrag toegewezen van € 110.000 voor elf onderwerpen en ten laste van werknemer 2 van € 50.000 voor vijf onderwerpen. De kantonrechter heeft ten aanzien van het onrechtmatig handelen van Cellmark c.s. het causaal verband tussen het onrechtmatig handelen en de bedrijfsbeëindiging van Elof Hansson onvoldoende aannemelijk geacht en alleen de kosten van de rapporten van FRA in de maand oktober 2019 tot een bedrag van € 91.534,92 toegewezen. In het principaal appèl klaagt Elof Hansson dat de kantonrechter ten onrechte het aantal schendingen heeft gebaseerd op een arbitraire indeling naar onderwerp. Zij stelt zich op het standpunt dat het aantal schendingen wegens het meenemen en/of delen van informatie moet worden bepaald op basis van het aantal e-mails en documenten. In het incidenteel appèl komen Cellmark c.s. op tegen het oordeel dat zij onrechtmatig hebben gehandeld.

Oordeel

Schending van het geheimhoudingsbeding;

Het hof oordeelt dat Elof Hansson terecht opkomt tegen het oordeel van de kantonrechter dat het aantal schendingen moet worden bepaald aan de hand van het aantal onderwerpen waarover informatie is meegenomen en/of gedeeld. In het beding is in heldere bewoordingen bepaald dat elk bescheid en/of document enzovoort dat met schending van het beding wordt meegenomen, gedeeld en/of niet teruggegeven een overtreding oplevert. Waar verder op elke schending een boete is gesteld, is voor elk bescheid en/of document dat een schending oplevert de boete van € 10.000 verschuldigd. Resumerend dient het vonnis op het punt van de gevorderde boetes te worden vernietigd en zal ten laste van werknemer 1 een (gematigd) bedrag van € 400.000 worden toegewezen en ten laste van werknemer 2 een bedrag van € 130.000, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Onrechtmatig handelen van Cellmark c.s.

Het oordeel van de kantonrechter dat Cellmark c.s. onrechtmatig hebben gehandeld blijft in hoger beroep in stand. De schade die aan dat onrechtmatig handelen kan worden toegerekend is berekend op per saldo een bedrag van € 4.603.627,70. Het hof zal daarom de gevorderde verklaring voor recht alsnog toewijzen en Cellmark c.s. zullen als na te melden hoofdelijk worden veroordeeld tot betaling van genoemd bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente daarover.