Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 13 november 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:11951
Feiten
Werknemer is sinds 1 oktober 2014 in dienst bij Antes Zorg B.V. (hierna: Antes) als begeleider 3. Op 20 maart 2024 heeft een (fysiek) incident plaatsgevonden tussen werknemer en een patiënt. Dit incident en de gang van zaken daarna, hebben ertoe geleid dat partijen niet meer met elkaar willen en kunnen samenwerken. Werknemer is arbeidsongeschikt. Volgens Antes heeft werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld, omdat hij excessief geweld heeft gebruikt tegen een patiënt. Als professioneel hulpverlener had hij anders moeten handelen. Verder zijn volgens werkgeefster – door toedoen van werknemer – de verhoudingen ernstig verstoord. Werknemer betwist dat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of dat de verhoudingen door hem zijn verstoord. Verder wijst hij erop dat het opzegverbod tijdens ziekte aan ontbinding in de weg staat.
Oordeel
Opzegverbod tijdens ziekte
Werknemer is op dit moment weliswaar arbeidsongeschikt, maar naar het oordeel van de kantonrechter staat het opzegverbod in dit geval niet in de weg aan een ontbinding omdat door de gang van zaken na het incident een onwerkbare situatie is ontstaan. Deze situatie heeft bovendien geleid tot een toename van de beperkingen van werknemer. De re-integratie is gestagneerd en er is sprake van situationeel verzuim. Deze omstandigheden samen zijn van dien aard dat de arbeidsovereenkomst in het belang van werknemer hoort te eindigen.
Geen verwijtbaar handelen werknemer en/of Antes
Antes stelt dat werknemer op 20 maart 2024 een patiënt uit het niets heeft geslagen en is blijven slaan, daarbij geholpen door een medepatiënt. Antes baseert dat standpunt op de waarnemingen van meerdere getuigen. Volgens werknemer heeft de patiënt hem juist als eerste hard in het gezicht geslagen en heeft hij de patiënt weggeduwd. Antes heeft schriftelijke verklaringen ingebracht ter ondersteuning van haar standpunt. De stelling van Antes dat werknemer heeft geslagen, is blijven slaan en daarbij zelfs hulp zou hebben gehad van een andere patiënt heeft Antes onvoldoende onderbouwd, mede gelet op de eigen verklaring van de patiënt. Bovendien, als werknemer al overdreven heeft gereageerd, is dat gegeven de omstandigheden niet ernstig verwijtbaar. Vast staat immers dat hij onder extreem moeilijke omstandigheden zijn werk moest doen. Hij moest zijn dienst op de dag van het incident alleen beginnen, op een op dat moment onderbezette afdeling, terwijl hij zelf nog aan het re-integreren was. Vervolgens werd hij geconfronteerd met een patiënt die fysiek wordt en die bekend staat als zeer agressief, zo heeft werknemer onweersproken gesteld. De kantonrechter is van oordeel dat van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer geen sprake is. Ook aan de zijde van Antes is in deze kwestie geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden waarbij op de opzegtermijn van drie maanden (cao) de proceduretijd in mindering is gebracht. De transitievergoeding wordt toegewezen en het verzoek van werknemer om hem een billijke vergoeding toe te kennen wordt afgewezen.