Verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst wegens een fysiek incident tussen werknemer en een patiënt. Er is sprake van wantrouwen over en weer, daarom wordt ontbonden op de g-grond. In de gegeven omstandigheden is er geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer.

Werkneemster heeft te laat een beroep gedaan op wettelijke bedenktermijn van artikel 7:670b lid 2 BW. De 14-dagentermijn is gaan lopen op het moment dat de gemachtigde van werkneemster namens haar schriftelijk instemde met de vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het dienstverband.

Een loonsverhoging die werknemers lange tijd onafgebroken jaarlijks hebben ontvangen, betreft een arbeidsvoorwaarde. Werkgever mocht deze arbeidsvoorwaarde niet eenzijdig wijzigen.

Ontbinding arbeidsovereenkomst persoonlijk begeleider op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW. Werknemer heeft geld afgenomen van demente cliënt. Ernstig verwijtbaar handelen; geen recht op transitievergoeding.

Werkgever die (te snel) aanstuurt op beëindiging van de arbeidsovereenkomst (onder meer door te dreigen met ontbinding zonder voldragen ontslaggrond) maakt zich schuldig aan de Asscher-escape en is onder andere een billijke vergoeding van € 38.000 verschuldigd.

Onrechtmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst zonder instemming van werkneemster of toestemming van het UWV. Werkneemster heeft recht op billijke vergoeding van € 8.200 bruto.

Onrechtmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst zonder instemming van werknemer of toestemming van het UWV. Werknemer heeft recht op billijke vergoeding van € 8.000 bruto.

Gedeeltelijke vernietiging beëindigingsovereenkomst (artikel 6:248 lid 2 BW). Als gevolg van onjuiste inlichtingen werkgever over ingangsdatum WW-uitkering, is sprake van dwaling aan de zijde van werkneemster. Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst (g-grond).

Werkneemster heeft geen belang bij uitspraak in kortgedingprocedure, omdat de kantonrechter in de verzoekschriftprocedure de vorderingen van werkneemster al heeft beoordeeld en daarop heeft beslist.

Werknemer heeft recht op uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen. Het hof volgt de berekening van werknemer, nu het betoog van werkgever ertoe strekt het hof te laten terugkomen van in de tussenbeschikking uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven oordelen.