Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 8 april 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1056
Werknemer is bij standplaatswijziging terecht niet als boventallig als bedoeld in Sociaal Plan aangemerkt. Grammaticale uitleg Sociaal Plan brengt met zich dat geen sprake is van boventalligheid als werknemer voor de wijziging ook al meer dan 2,5 uur reistijd per dag had (zoals bij werknemer).

Feiten

Werknemer is sinds 1 september 2009 in dienst van werkgeefster, waar hij momenteel de functie van risk-manager bekleedt. Vanaf december 2020 bedroeg de reistijd (retour) van werknemer 3:39 uur. Op 1 mei 2023 is werkgeefster verhuisd. Als gevolg daarvan is de standplaats van werknemer gewijzigd; werknemer is door werkgever niet boventallig verklaard op grond van het van toepassing zijnde Sociaal Plan. Werknemer vorderde in eerste aanleg een verklaring voor recht dat hij per 1 mei 2023 als boventallig wordt aangemerkt in de zin van het Sociaal Plan Athora 2021-2023, als gevolg van de standplaatswijziging. In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat werknemer terecht niet als boventallig als bedoeld in het Sociaal Plan is aangemerkt. Uitleg van de desbetreffende bepalingen in het Sociaal Plan aan de hand van de bewoordingen, de kenbare ratio, strekking en systematiek volgens de cao-norm wijst uit dat dit plan twee cumulatieve vereisten kent, te weten: 1) de reistijd moet toenemen door (onderstreping: hof) de standplaatswijziging en: b) de reistijd moet meer dan 2,5 uur retour per dag worden (onderstreping: hof). Werknemer voldoet niet aan deze voorwaarden, aldus de kantonrechter. De kantonrechter heeft de gevorderde verklaring voor recht afgewezen. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. Het artikel over de standplaatswijziging in het Sociaal Plan moet naar vaste rechtspraak worden uitgelegd aan de hand van de cao-norm. In het Sociaal plan is de betreffende bepaling over de standplaatswijziging als volgt omschreven: “Indien de reorganisatie een wijziging van je standplaats betekent, volg je in principe je werk.. Dit is alleen anders indien je reistijd voor woon-werkverkeer toeneemt en meer dan 2 ½ uur retour per dag wordt, berekend op basis van de snelste route met het snelste vervoermiddel. In dat geval word je boventallig bij de reorganisatie. (…).” Uit de tekst van dit artikel blijkt dat er sprake is van boventalligheid bij een standplaatswijziging door een reorganisatie indien is voldaan aan de volgende twee cumulatieve voorwaarden: (1) de reistijd voor woon-werkverkeer moet toenemen én (2) de reistijd voor woon-werkverkeer moet meer dan 2,5 uur retour per dag worden. Uit de bewoordingen van de tweede voorwaarde volgt dat de reistijd van de betreffende werknemer vóór de reorganisatie níet al 2,5 uur retour is, maar dat de reistijd na de reorganisatie 2,5 uur retour wordt. Een tekstuele/grammaticale uitleg van dit artikel brengt derhalve met zich dat níet aan de tweede voorwaarde is voldaan als een werknemer voorheen ook al een reistijd van meer dan 2,5 uur retour per dag had (zoals bij werknemer het geval was). Anders dan werknemer heeft betoogd leidt deze uitleg niet tot het onaannemelijke rechtsgevolg dat een werknemer van wie de reistijd vóór de standplaatswijziging al meer dan 2,5 uur retour per dag bedroeg en deze reistijd daarna nog meer is toegenomen, geen beroep meer zou kunnen doen op de boventalligheidsregeling in het Sociaal Plan. In het Sociaal Plan is voor dergelijke gevallen een hardheidsclausule opgenomen waarop zo nodig een beroep kan worden gedaan. Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat werkgeefster werknemer terecht niet als boventallig heeft aangemerkt op grond van het Sociaal Plan. Bekrachtiging van het bestreden vonnis volgt.