werknemer/werkgever

Werknemer is van 1 mei 2006 tot 16 juli 2008 in dienst geweest van werkgever (een onderneming die zich bezighoudt met het geven van EHBO-trainingen en BHV-trainingen) als administratief medewerker. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Gebleken is dat werknemer sinds 23 juli 2008 een eenmanszaak drijft. Werknemer stelt dat hij als zelfstandig brandwacht/instructeur zichzelf verhuurt aan opleidingsinstituten, maar zelf geen cursussen geeft zodat van overtreding van het concurrentiebeding geen sprake is. Werkgever stelt dat het concurrentiebeding wel degelijk is overtreden en vordert betaling van verbeurde boetes. De kantonrechter heeft geoordeeld dat werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden en werknemer veroordeeld tot vergoeding van de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, indien en voor zover de schade het bedrag van de boete overtreft, zijnde € 2.500 per overtreding en € 250 voor elke dag dat de overtreding voortduurt. Daarnaast is het concurrentiebeding gedeeltelijk vernietigd in die zin dat de duur beperkt is tot negen maanden (in plaats van drie jaar) na het einde van de arbeidsovereenkomst.

Het hof oordeelt als volgt. Werkgever heeft onbetwist gesteld dat de onderneming van werknemer en die van werkgever zich binnen een afstand van nog geen 20 kilometer van elkaar bevinden. Op grond van het concurrentiebeding is het werknemer verboden om zich binnen een straal van 75 kilometer als zelfstandig ondernemer te vestigen. Door de inschrijving in het handelsregister en het in de lucht brengen van de website overtreedt werknemer het concurrentiebeding, aangezien hij op deze wijze als zelfstandig ondernemer betrokken is geweest bij een onderneming die dezelfde zaken of diensten levert als de onderneming van werkgever. Dat werknemer slechts een deel van de activiteiten van werkgever aanbiedt, maakt dit niet anders. Tegen de beperking in duur van het concurrentiebeding heeft werkgever geen grief gericht, zodat het concurrentiebeding tot 16 april 2009 geldt. Geoordeeld wordt dat werknemer tot deze datum het concurrentiebeding heeft overtreden. Gelet op de nauwe samenhang die er bestaat tussen de inschrijving van de onderneming in het handelsregister en het in de lucht brengen van de website zal het hof deze overtredingen aanmerken als één overtreding. Voorts wordt geoordeeld dat ook het relatiebeding is overtreden door contact met een klant van werkgever te onderhouden. Werknemer heeft aangevoerd dat de door hem verbeurde boetes (in totaal € 71.750) moeten worden gematigd op grond van artikel 6:94 lid 1 BW. Tot op heden heeft tussen partijen nauwelijks enig inhoudelijk debat plaatsgevonden met betrekking tot de door werknemer verzochte matiging van de boetes. Het hof zal partijen daarom in de gelegenheid stellen zich op dit punt nader uit te laten. Volgt aanhouding van de zaak.