Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Noord-Nederlands Orkest
Rechtbank Noord-Nederland, 29 september 2005
ECLI:NL:RBGRO:2005:BX7527

werknemer/Stichting Noord-Nederlands Orkest

Vordering tot betaling extra salaris op grond van CAO Nederlandse Orkesten. 2e concertmeester verricht werkzaamheden als 1e concertmeester, maar krijgt niet overeenkomstig de functie van 1e concertmeester betaald

Werknemer is in 1991 in dienst getreden van het Noord-Nederlands orkest (NNO) als 2e concertmeester. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Nederlandse Orkesten van toepassing. In 2004 is de arbeidsovereenkomst ontbonden. Werknemer stelt dat hij in de periode vanaf 26 augustus 1991 tot medio 2002 met enige regelmaat een hogere functie (die van 1e concertmeester) heeft waargenomen terwijl hij daarvoor niet, althans niet tijdig, extra salaris heeft betaald gekregen overeenkomstig artikel 6 van de cao. Partijen zijn overeengekomen dat NNO geen beroep op verjaring zal doen. In de periode 29 september 2003 tot en met 19 november 2003 is werknemer arbeidsongeschikt geweest en heeft NNO hem ten onrechte geen salaris betaald.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het feit dat werknemer op de tweede stoel in het blok van de violisten heeft gezeten wanneer de normaal op die stoel zittende 1e concertmeester afwezig was, doet voor werknemer in beginsel niet een functie ontstaan van plaatsvervangend 1e concertmeester. Die functie is voor het eerst in de cao van 1 april 2002 tot en met 31 maart 2003 ingevoerd en NNO heeft voor het eerst per 1 maart 2003 een plaatsvervangend 1e concertmeester aangenomen. De vraag is of werknemer ervan uit heeft mogen gaan dat een van de twee 1e concertmeesters in feite aangemerkt diende te worden als plaatsvervangend 1e concertmeester. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. Het is aannemelijk dat er geen formele functie van plaatsvervangend 1e concertmeester heeft bestaan enkel en alleen omdat er twee 1e concertmeesters waren. Als werknemer met enige voortduring regelmatig op de stoel van de 1e concertmeester heeft gezeten, omdat de 1e concertmeester wegens ziekte afwezig was, kan het zijn dat werknemer recht heeft op salarisverhoging. Partijen krijgen de mogelijkheid zich bij akte uit te laten over de duur van de feitelijke afwezigheid van de 1e concertmeester en de in die periode door werknemer bezette stoel en functie. Voorts dienen partijen zich uit te laten over de omvang van de salarisverhoging en over het aantal keren dat werknemer werkzaam is geweest in de functie van 1e concertmeester. Voor wat betreft het niet werken in de periode van 29 september 2003 tot 19 november 2003 wordt geoordeeld dat NNO terecht de hoofdregel heeft toegepast dat er geen salaris wordt uitgekeerd wanneer er niet wordt gewerkt. Door de arboarts en na een second opinion is vastgesteld dat werknemer niet ziek was. Volgt aanhouding van de zaak.