Op 24 mei 2012 wijst UWV de aanvraag van appellante voor een ZW-uitkering af. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

De Centrale Raad van Beroep sluit zich aan bij de conclusies en overwegingen van de rechtbank. Deze luiden als volgt. Er is sprake van een geschil van geneeskundige aard, waarvoor de wettelijke bezwaartermijn twee weken bedraagt. Appellante heeft niet binnen deze bezwaartermijn bezwaar gemaakt. In het besluit van 24 mei 2012 had UWV een onjuiste rechtsmiddelenclausule opgenomen. Appellante heeft echter evenmin binnen de in de rechtsmiddelenclausule gestelde termijn (namelijk tot 5 juli 2012) bezwaar gemaakt. De termijnoverschrijding is daarom niet verschoonbaar. Appellante heeft op 21 juni 2012 wel een e-mailbericht gestuurd, maar dit bericht maakt geen melding van het primaire besluit, dan wel een melding dat appellante zich tegen dit besluit verzet. De termen bezwaar en beroep worden niet gebruikt. Het e-mailbericht kan daarom niet als (pro-forma)bezwaar worden aangemerkt. Het feit dat UWV het e-mailbericht intern heeft doorgezonden, maar niet naar de afdeling bezwaar en beroep, maakt niet dat het e-mailbericht zelf alsnog moet worden aangemerkt als een bezwaarschrift. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak.