Loonsanctie ten onrechte opgelegd. Het medisch oordeel van de bedrijfsarts met betrekking tot de belastbaarheid is – anders dan het UWV stelt – plausibel te achten.

UWV brengt prepensioen terecht in mindering op de uitkering. De uitzondering uit artikel 3:5 lid 7 AIB is niet van toepassing nu betrokkene de dienstbetrekkingen niet feitelijk naast elkaar vervult.

Ingeval een werknemer de dienstbetrekking op eigen verzoek beëindigt, moet de daarop volgende werkloosheid in beginsel als verwijtbaar worden beschouwd. Geen sprake van omstandigheden die een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigen.

Beëindiging WW-uitkering in verband met verblijf in het buitenland. Dat appellant door omstandigheden genoodzaakt was om de woning in Duitsland te accepteren en dat deze verhuizing voor appellant geen wezenlijke wijziging in zijn leven met zich bracht, maakt niet dat niet gesproken kan worden van verblijf in het buitenland.

Het aanbieden van zogenoemde ‘refurbished’ laptops betreft geen werkzaamheden waarmee volgens de in het maatschappelijk verkeer geldende normen redelijkerwijs enig geldelijk voordeel kan worden verwacht. Voor het aanleggen van een ICT-infrastructuur is dat wel het geval.

Aanvraag om betalingsverplichting van de bv over te nemen terecht afgewezen: geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Appellant pleegt benadelingshandeling in de zin van de ZW door niet tijdig de nietigheid van het proeftijdbeding in te roepen.

Juiste toepassing van artikel 4:1, achtste lid, van het AIB, waarbij voor vakantiebijslag en EPS wordt uitgegaan van de per tijdvak opgebouwde bedragen, in plaats van de uitbetaalde bedragen.

Herziening en terugvordering WW-uitkering wegens schenden inlichtingenplicht blijft in hoger beroep in stand.

Rechter heeft terecht niet geanticipeerd op aanstaande wijziging Algemeen Inkomensbesluit. Er is geen grond om te oordelen dat de materiële wetgever niet in redelijkheid tot het besluit tot latere inwerkingtreding heeft kunnen besluiten.