Gelijkebehandelingsnorm Kaderrichtlijn tijdelijk arbeid verzet zich tegen onderscheid in sectorale socialezekerheidspremies bepaalde tijd (basis van werkelijke uren) en vaste dienst (forfaitaire uren).

Mocht de staat krachtens de cao Rijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aanbieden of was er als gevolg van de ketenregeling al een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan?

De afwijking van de ketenregeling in de cao primair onderwijs ten gunste van de werknemer, leidt ertoe dat werkneemster werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Werkgeefster heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld door de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet voort te zetten vanwege de zwangerschap en/of toekomstig moederschap van werkneemster. Op basis van getuigenverklaringen blijkt dat werkgeefster andere redenen hieraan ten grondslag heeft gelegd.

Tussen partijen is vertrouwensbreuk ontstaan als gevolg van afwijzing werknemer voor functie van hoofd bedrijfsvoering en het niet verlengen van arbeidsovereenkomst. Werkgever krijgt gelegenheid te bewijzen dat sprake is van ‘bijzonder geval’, op grond waarvan afwijking van ketenregeling bij cao is toegestaan.

Vorderingen van werknemer die meent dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft met de staat terecht afgewezen. Uitleg van de Cao Rijk leidt tot de conclusie dat de staat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mocht aangaan voor werkzaamheden die werknemer tijdelijk gaat uitvoeren. Ook geen opvolgend werkgeverschap na verrichten van werkzaamheden voor de staat in dienst van uitzendbureau.

Kennismigrant werkt door na einddatum dienstverband. Opvolgende arbeidsovereenkomst is geen overeenkomst voor onbepaalde tijd en is van rechtswege geëindigd.

Tussen partijen is geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan.

Aansluitend aan een stageovereenkomst komt een arbeidsovereenkomst tot stand, die twee keer is verlengd. Kwalificeert de stageovereenkomst als arbeidsovereenkomst? Rechtsgeldige opzegging? Werknemer berust in het ontslag. Werkgeefster is een billijke vergoeding verschuldigd.

Bewindvoerster vraagt verklaring voor recht dat sprake is onregelmatige opzegging vanwege opvolgend werkgeverschap, zodat laatste arbeidsovereenkomst kwalificeert als contract voor onbepaalde tijd. Verzoek toegewezen.