Besluit 3/80, gelezen in samenhang met artikel 59 van het Aanvullend Protocol, verzet zich in het concrete geval niet tegen het exportverbod ex artikel 4a van de TW.

Centrale Raad van Beroep stelt prejudiciële vragen aan Hof van Justitie van de EU over Besluit 3/80 van de Associatieraad EG/Turkije.

De Raad stelt prejudiciële vragen ten aanzien van de verenigbaarheid van het woonplaatsvereiste van artikel 4a Toeslagenwet met artikel 6 van Besluit 3/80 en artikel 59 van het Aanvullend Protocol. Deze vragen zien in het bijzonder op het geval dat een gedeeltelijk arbeidsongeschikte betrokkene, met een verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen, het grondgebied van een lidstaat verlaat.

UWV mag zich baseren op een in het buitenland verricht onderzoek bij de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid, maar aan een vertaalslag van beperkingen zoals vermeld door een buitenlandse arts naar de FML moeten stringente eisen worden gesteld.

Salemink/UWV

Verordening 1408/71 en artikel 39 EG verzetten zich ertegen dat een werknemer die werkzaam is op een vaste installatie op het tot een lidstaat behorende gedeelte van het continentaal plat, in die lidstaat niet verplicht verzekerd is ingevolge de nationale wettelijke werknemersverzekeringen, uitsluitend omdat hij niet woonachtig is in die lidstaat, maar in een andere lidstaat. De mogelijkheid tot vrijwillige verzekering doet hieraan niet af