Het voor het intreden van de werkloosheid ontvangen prepensioen heeft betrekking op eerder verlies van arbeidsuren en kan niet in mindering worden gebracht op WW.

Art. 3:5 lid 3 van het AIB, inhoudende dat prepensioen niet tot het inkomen wordt gerekend die door de uitkeringsgerechtigde werd ontvangen en die betrekking heeft op een eerder verlies van arbeidsuren, moet restrictief worden uitgelegd. De uitzonderingsbepaling is in onderhavig geval niet van toepassing omdat het prepensioen niet samenhangt met dezelfde (resterende) dienstbetrekking als waaruit de werknemer werkloos is geworden.

Het voor het intreden van de werkloosheid ontvangen prepensioen heeft betrekking op eerder verlies van arbeidsuren en kan niet in mindering worden gebracht op WW.

Het voor het intreden van de werkloosheid ontvangen prepensioen heeft betrekking op eerder verlies van arbeidsuren en kan niet in mindering worden gebracht op WW.

Verrekening inkomsten als (startende) zelfstandige met WW-uitkering.

UWV brengt overbruggingsuitkering ten onrechte in mindering op WW-uitkering. Uitkering kan niet worden aangemerkt als een uit de dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening ex artikel 3:5 Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB).

Periode waarover de inkomsten van de startende zelfstandige worden bezien om te bepalen of er aanleiding was om deze inkomsten te verrekenen met de WW-uitkering is conform artikel 5 Inkomensbesluit niet beperkt tot de startersperiode. Geen strijd met artikel 35aa en artikel 77 a WW.

Verbouwen van en meewerken in onderneming van echtgenote kan worden aangemerkt als arbeid verricht in het economisch verkeer, waarmee geldelijk voordeel wordt beoogd of kan worden verwacht. Het niet melden ervan levert schending van de inlichtingenplicht van appellant op.

Prepensioen wordt beschouwd als inkomen voor zover het prepensioen niet voortvloeit uit dezelfde dienstbetrekking als de WW-uitkering.