Loongeschil. Uitleg ‘uitsluiting van loondoorbetaling’ in NBBU-cao (oud). ‘Wegvallen werk’ is het wegvallen van de opdracht van de inlener. Werkgever heeft werknemer terecht niet doorbetaald toen de inlener de opdracht introk.

Hoger beroep in kort geding. Loonvordering. Verlenging duur concurrentie- en relatiebeding. Geen sprake van onrechtmatige concurrentie.

Werknemer vist achter het net bij nieuwe collectieve vertrekregeling, door eerder te kiezen voor vroegpensioen. Geen sprake van dwaling of schending goed werkgeverschap. Het plan was destijds nog niet definitief. Het verzoek van werknemer om (nog) meer aanvullende stukken wordt door het hof afgewezen vanwege een ‘fishing expedition’.

Werknemer vist achter het net bij nieuwe collectieve vertrekregeling, door eerder te kiezen voor vroegpensioen. Geen sprake van dwaling of schending goed werkgeverschap. Het plan was destijds nog niet definitief. Het verzoek van werknemer om (nog) meer aanvullende stukken wordt door het hof afgewezen vanwege een ‘fishing expedition’.

Werknemers vissen achter het net bij nieuwe collectieve vertrekregeling, door eerder te kiezen voor vroegpensioen. Geen sprake van dwaling of schending goed werkgeverschap. Het plan was destijds nog niet definitief. Het verzoek van werknemer om (nog) meer aanvullende stukken wordt door het hof afgewezen vanwege een ‘fishing expedition’.

Partijen hebben wilsovereenstemming bereikt over het door werkneemster te vergoeden deel van de studiekosten. Vordering tot betaling van studiekosten wordt toegewezen.

Het hof heeft behoefte aan nadere toelichting van partijen op de door werknemer ingestelde loonvordering en bepaalt een inlichtingencomparitie.

Loonvordering terecht afgewezen, omdat werkneemster over verzwegen inkomsten beschikte en daardoor geen (spoedeisend) belang had bij haar vordering in kort geding.

Werknemer heeft het hoger als juridisch kansloos nodeloos ingesteld. Het gevolg daarvan is dat werknemer met de proceskosten van het hoger beroep wordt belast.

Vervolg op AR 2019-0814, waarin het hof oordeelde dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte voorwaardelijk heeft ontbonden. Nu het ontslag op staande voet in een andere procedure is vernietigd en hiertegen geen hoger beroep is gesteld, wordt een billijke vergoeding toegekend.