Tussenvonnis. De kantonrechter staat tussentijds hoger beroep toe van de beschikking in de tussen partijen gevoerde deelgeschilprocedure (art. 1019cc Rv).

Traplopen is een alledaagse activiteit, waar werkgever in beginsel geen andere instructies voor hoefde te geven. Werkgever is zorgplicht nagekomen en is niet aansprakelijk voor door werknemer geleden schade na val van de trap.

Werkgeefster is tekortgeschoten in haar zorgplicht en is aansprakelijk voor schade van werkneemster die voortvloeit uit een COVID-19-besmetting.

Werkgever c.s. hebben in voldoende mate voldaan aan de op hen rustende zorgplicht om te voorkomen dat werknemer zou vallen, door hem een ladder te laten gebruiken die voldeed aan alle daaraan te stellen eisen.

Werkgever heeft na tussenarrest geen nader bewijs geleverd dat de vloer van de strandtent geen verhoogd gevaar opleverde voor onbalans of zwikken. Niet voldaan aan zorgplicht.

Werkgeefster schiet tekort in de op haar rustende zorgplicht door kratten op onverantwoorde wijze in het looppad van (de kantoorruimte van) werkneemster te plaatsen, waarover zij vervolgens struikelt en haar heup breekt.

Het hof kan op grond van de tegengestelde stellingen van partijen niet vaststellen of de vloer beantwoordde aan de daaraan te stellen eisen en of werkgever in verband daarmee aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Werkgever wordt toegelaten tot het leveren van bewijs.